Brugge
Bruges la Morte (in alle toonaarden)
Niet zonder een bewuste of onbewuste huivering betreedt de toerist, voor wie de argeloosheid van het zuivere genieten tot het verleden behoort, het befaamde Brugge. Er zijn onmiskenbare voortekenen, die hem gewaarschuwd hebben; zoals daar zijn de talloze bladzijden, die Baedeker aan dit roemruchte stedeke wijdt; de vele briefkaarten van antieke ‘hoekjes’ en ‘kijkjes’, die in de albums zijner neven en nichten prijken; en, niet te vergeten, de naam Rodenbach, Georges Rodenbach! Lispelde men niet zachtkens, wanneer in de familiekring de oude herinneringen rondwaarden en die naam genoemd werd: Bruges la Morte ... Bruges la Morte...? En meende dan zelfs niet de keukenmeid, die het theewater bracht, het parfum der middeleeuwen op te snuiven?
Deze omina spellen onheil. Visioenen rijzen. Uit alle windstreken dringen de drommen aan naar het éne magische middelpunt; in hun vaandel staat het fiere parool geschreven: ‘Reisgezelschappen aller landen, verenigt U!’ Eénzelfde bezieling heeft deze duizenden gegrepen: bandeloos en overvloediglijk te bewonderen, een eendags-duik te doen in het bonte verleden, waarvan Brugge één der schaarse poorten is ...
Men kan het niemand kwalijk nemen, dat deze gedachten een scepticus gemaakt hebben van degene, die op het perron te Brugge het stof van het wereldse Brussel van zijn voeten schudt; evenmin dat een satyrische geesteshouding hem eigen is. Met een grimmige afkeer van iedere admirerende vreemdeling geeft hij zijn kaartje af, niet beseffend, dat de tijd zijner ontwapening zeer nabij is.
Dit is een der belangrijkste bezienswaardigheden van Brugge: de ontwapening van de scepticus. Hierdoor toont het zijn vitale kracht. Al vindt men hierover niets in Baedeker, men verzuime niet dit, indien mogelijk, te gaan zien. Na een uur wandelt een geraffineerd deca-