NRC-artikelen 1930-1939
(2010)–Menno ter Braak– Auteursrechtelijk beschermdZijn eerste lezing.Onder zeer groote belangstelling heeft Emil Ludwig gisteravond in Diligentia te 's Gravenhage zijn eerste lezing over Ideeën en leiders van onzen tijd, gehouden. Het werd al spoedig duidelijk, dat hij weinig van een redenaar heeft. Hij las een geschreven tekst voor en ging daarbij weldra in een zóó snel tempo over, dat het reeds hierom moeilijk werd zijn betoog, dat een zeer uitgebreide stof in een uur trachtte samen te persen, te volgen. Bovendien sprak hij gedurende geheele passages zóó zacht, dat men hem in het tweede gedeelte van de zaal al bizonder moeilijk kon volgen. Toen een heer uit dat gedeelte het verzoek gedaan had wat langzamer en duidelijker te spreken, werd het iets beter, maar de groote inspanning, die er niettemin nog van den toeschouwer gevergd werd om de woorden van den spreker te verstaan, verminderde o.i. den indruk van de met gloed uitgesproken peroratie, die tegen den oorlog gericht was. Kunnen wij onder deze omstandigheden bezwaarlijk een uitgebreid verslag van Ludwig's rede geven, dit zou uit andere hoofde toch ook zeer moeilijk gaan, daar hij in het korte tijdsbestek, dat hij zichzelf had toegemeten – na de pauze was het in een kwartiertje afgeloopen met het beantwoorden van een aantal vragen – zoovele zaken aanstipte, dat er welhaast geen bijhouden aan was. Hij begon met te zeggen, dat hij de problemen, die hij wenschte te bespreken, onafhankelijk van eenige partij zou behandelen en dat hij zich daarbij ook niet als burger van eenigerlei natie gevoelde, wat hij aanduidde door te zeggen, dat hij er platonisch tegenover staat. Alleen een dergelijke geesteshouding is z.i. in staat den weg te wijzen in den doolhof van hachelijke spanningen, die Europa is en een oplossing aan te geven. Zij moet zich rekenschap geven van elk voor en tegen en de verdraagzaamheid bezitten, welke zij op het oogenblik allerwege zoozeer missen. De bovenbedoelde oplossing kan men zeker niet hopen van de specialiteiten, die men allerwegen aan het werk gezet heeft om allerlei vraagstukken op te lossen. Wij beleven op het oogenblik het bankroet van die specialiteiten, die ieder met hun fragment van een oplossing aankomen en wier noodlot het is, het nimmer eens te worden. Onderwijl houden de fijne geesten zich schier overal afzijdig. Hun wordt op zijn hoogst vergund hun nummer ten beste te geven terwijl de ‘groote nummers’ pauze houden. In de specialiteiten-heerschappij zit iets absurds. Men stuurt generaals en admiraals naar een ontwapeningsconferentie. Maar kan men hopen, dat zij ooit tot een werkelijk resultaat zullen komen? Het fiasco van de specialiteiten heeft zich, volgens Ludwig, wel het sterkst aan de bankiers gedemonstreerd. Deze missen alle fantasie, allen moed tot nieuwe methodes en tot verantwoordelijkheid en als het er op aan komt, weten zij niet beter te doen dan zich achter de verantwoordelijke ministers te verschuilen, die aan het roer slapen. Eerzucht, geld en soldaten zijn nog altijd de groote machtfactoren van de wereld, met den geest wordt geen rekening gehouden. Er is geen generaal, die ooit uit vaderlandsliefde een veldslag gewonnen, geen geleerde, die uit menschenliefde een ontdekking tot heil van de menschheid gedaan heeft. Spr. was er intusschen van overtuigd, dat bij vele machthebbers de eerlijke overtuiging van hun roeping bestaat. Door de omstandigheden, worden zij ook herhaaldelijk in staat gesteld een zeker practisch idealisme te beoefenen. Maar niemand hunner heeft het nog gewaagd een poging te doen om het geld te onttronen, niemand heeft het nog gewaagd een plan tot organisatie van Europa uit te werken, waarbij aan iedereen staat zijn plaats naar zijn functie zou worden toegewezen. En intusschen gaat de verwarring op economisch en politiek gebied ongestoord haar gang. De grenzen worden steeds vaster gesloten, hoewel de moderne techniek van radio, telefoon enz. de menschen als het ware naar elkaar toetrekt en het nationalisme neemt hand over hand toe. Het woord patriottisme noemde spr. de gevaarlijkste uitvinding van de 19e eeuw, het patriottisme n.l. te verstaan als de verheerlijking van het eigen land ten koste van andere landen, wat den kinderen op school wordt geleerd. Zoolang dat voortduurt is het gevaar voor een oorlog nabij en zullen de aandeelen van de gifgasfabrieken blijven stijgen. In Duitschland heeft men in 1919 de groote door Wilson aanbeden (en door hem zelf uit zwakheid ongebruikt gelaten) kans verzuimd om het volk tot inkeer te brengen en voor een nieuwe aera te winnen. Het komt er niet op aan welke staatsvorm een land heeft, democratie of dictatuur, wanneer die vorm maar met de omstandigheden van het volk overeenkomt. Die vorm is de beste, welke een volk het best past. Zoo kan onder bepaalde omstandigheden de dictatuur voor een volk de beste regeeringsvorm zijn. Onder de Duitschers leeft een hartstochtelijk verlangen naar een groote figuur, die de leiding zou kunnen nemen. Maar in het Duitsche volk leeft niet de kracht hem voort te brengen. Karakteristiek is dat Duitschland mannen als Hegel, Marx en Nietzsche voortgebracht heeft, specialisten van de wereldbeschaving. Terwijl deze bezig waren de wereld te beschouwen, hebben de anderen haar veroverd. In het verdere verloop van zijn rede besprak Ludwig in het kort eenige voorname figuren van onzen tijd, als Briand, Masaryk, Kemai, Pasja, Stalin en Mussolini. Hij gaf van hen een karakteristiek, overeenkomende met wat hij in zijn boek Geschenke des Lebens heeft geschreven. Z.i. zitten op het oogenblik in Rome en in Moskou de meest-constructieve persoonlijkheden. Op het oogenblik heerscht in Europa nog een verdeeldheid, die alle voorstelling tart. En deze houdt een doorloopend oorlogsgevaar in. De afwending van den oorlog moet de taak zijn van ieder mensch, die het goed met de wereld meent. Spr. is er van overtuigd, dat over honderd jaar de kinderen met verbazing naar het Vredespaleis zullen zien, omdat er in onzen tijd zoo iets noodig was. Hebben wij hem wel verstaan, dan verwacht hij de uitkomst van de verwezenlijking van de idee van Pan-Europa, zooals zij het eerst door graaf Coudenhove-Kalergi is geopperd.
***
De rede werd hartelijk toegejuicht. Na de pauze beantwoordde Ludwig eenige hem schriftelijk ter hand gestelde vragen over allerlei onderwerpen, waarbij hij zich tot algemeene opmerkingen beperkte.
(Ongecorrigeerd.) |
|