Ed. Pelster
aan
Menno ter Braak (Rotterdam)
Den Haag, 15 juni 1930
15 Juni 1930.
B.M.
Hierbij ingesloten een brief van Ankersmit, dien ik je pour acquit de conscience doorzend. Kijk maar eens wat je er mee doet. Kan je hem niets sturen, dan schrijf je hem er wel iets over.
Na mijn brief van 3 Juni hoorde ik niets meer van je. Ik had wel toegezegd den avond er op in Corso Rotterdam te komen, doch had ik te veel te doen.
Laat me eens weten wat ik nog van Liga-afdeelingen te goed heb. Dan kan ik het met mijn gegevens vergelijken.
De Liga gaat nu weer slapen, dus wordt het toch hoog tijd om af te rekenen.
Door punt 2 uit mijn brief van 3.6. heb ik toch al weer strop.
Bovendien heb ik het geld, ook van Chien Andalou hard noodig.
‘Uitkijk’ gaat nog goed, ondanks het warme weer, maar je voelt wel dat deze nu ook bijzonder zorgzaam moet worden geleid en dat, al gaat het dan goed, er toch nog altijd minstens 30% minder recette is met enorme films dan in den goeden exploitatietijd. Terwijl de kosten met een premiere van Nederland en met Zuiderzee natuurlijk enorm veel hooger zijn.
Ik reken er op gauw wat van je te hooren en hoop je binnenkort weer eens te zien.
Als ik me niet vergis zal 28 Juni een Liga-jaarvergadering zijn. Daar zal ik dan mijn vacantie ook wel voor moeten omzetten, dus mag die wel dubbel interessant voor me zijn.
Met hart. groeten t.t.
Ed. Pelster
Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland