Mannus Franken
aan
Menno ter Braak
Parijs, 21 februari 1928
21 Februari, 28.
B.M.
Op mijn schrijfmachine bevindt zich slechts zwart lint. Wanneer ik roode letters schrijven kon, ik zou het niet alleen doen, om met smaak dit blad te vullen. Een boekdeel valt er te schrijven over alles, wat de laatste dagen de Liga beroerde. Ik zal me bepalen tot een stukje slechte literatuur.
Elke stok heeft twee einden, zegt Dos. Zoo ook hier. Pelster en ik hebben getracht de Coquille voor de Liga op de bekende voorwaarden los te krijgen. De morgen van het telegram spraken we de eigenaar van deze film, een zekere meneer Ronjat- een net jongetje met opgeplakte haren, zoo van een slechte film weggeloopen. We hadden hem zoover, dat hij op alles ja- en amen knikte, nadat hij verzocht had, of ik mijn redevoering niet liever in het Duitsch af wilde steken. Wij stuurden verheugd het telegram, dat alles in orde was, naar Amsterdam en spraken met Germaine Dulac af, dat we de film plus foto's den volgenden dag bij haar zouden halen, om er tenminste zeker van te zijn, dat jullie in A'dam Zaterdag draaien kon. Komt me daar 's middags meneer Ronjat aan de telefoon met de mededeeling, dat we ons voor de condities te wenden hadden tot Tallier, waarmee we net een beetje wrijving hadden over la Glace a trois Faces. Oogenblikkelijk belde ik Tallier op, maar deze gaf niet thuis. Den heelen volgenden dag hebben we om het kwartier aan de telefoon gehangen, beurtelings meneer Ronjat, Tallier en Germaine (om voorspraak bij de andere twee) en eerst om kwart voor vier kreeg ik Tallier aan het lijntje, die zooals te voorzien was, geen bezwaren had, maar ons meedeelde, dat hijzelf de copie noodig had twee dagen later. Daar zaten we. De matinée was uitgeschreven, alles voorbereid, maar geen Coquille. Toen heb ik Pelster geadviseerd: laten we tenminste hen niet in de steek laten. We zijn naar Billancourt gebaggerd, waar Germaine zoo bereidwillig was ons dadelijk te helpen, zoodat we tenslotte om zeven uur met een zucht van verlichting het onzalige geval bij de K.L.M. konden loozen. Wanneer men echter in A'dam deze wijze van handelen niet geheel en al - zooals je het noemde Correct vindt - dan moet ik me helaas achter Pelster verschuilen, omdat ik deze film adviseerde aan de technische afdeeling der Liga. Blijft over
het geleverde advies.
Het spijt me - maar ik kan de roofbouw, die de Liga op het oogenblik pleegt, niet goedkeuren. Met permissie - jullie jagen het materiaal over de balk als een dronken matroos. Laat ik een enkel voorbeeld noemen. Men is in Amsterdam verzot op ‘abstracte films’. Over de geheele wereld zijn er van dit soort aanwezig: enkele honderden meters van Ruttman, enkele honderden meters van Richter en enkele kleine grapjes, die eigenlijk de naam van experiment moeilijk kunnen dragen. Ruttman is doorgedraaid. Goed - de films zijn terug te brengen, maar ik geloof, dat het beter geweest was, wanneer dit het volgend seizoen gebeurd was. Enfin - ieder zijn opinie. Maar wie doet nu zoo roekeloos, dat hij in een keer al zijn lekkers, zijnde 600 meter abstracte film van de combinatie Eggeling, Richter in een sceance doordraait!
Afgescheiden van het feit, dat het arme publiek vermoord wordt met 600 meter abstract - hebben jullie in Amsterdam in een keer letterlijk alles opgesoupeerd. En zooals ik zei - van dit soort is er niets meer en ook voorloopig niets meer te verwachten. Welnu - ik weet, dat de film L'Invitation geen geweldige openbaringen brengen kan - (de opmerking van Pelster, dat jullie minder verstand van films zou hebben, onderschrijf ik niet - hij deed dit alleen om het moeilijk te maken), maar ik beweer toch wel, dat gezien de voorraad nieuwe experimenten en de geringe belangstelling in Amsterdam gegeven aan een richting, die met de bij elkaar gegapte (zij het dan ook met kennis van zaken) Fait Divers, de grandiooze Russen en Calvalcanti niet opweegt tegen de batterij a-logisch, of abstracte films---ik herzeg, dat gelet de bedroevend kleine voorraad goede films- gelet de onderdrukking in Amsterdam van een richting, die niet direct schoone resultaten opgebracht heeft, maar waarvoor het noodzakelijk is met filmoogen te kijken, gelet het succes van Streik en de onmogelijkheid een climax op deze wijze in de laatste zes voorstellingen te brengen - (excusez le peu, - heb je de zin nog vast, - ik ben hem allang kwijt) - ik het voor mijn geweten zeer goed verantwoorden kan, deze film-deze sof-film, slecht van spel en slecht van mentaliteit maar merkwaardig om de wijze-hoe- te hebben geadviseerd. Programma 7 was overladen, het voorgestelde programma 8 idem. Ik zou nog slechts in Ligazaken een advies willen geven: laat iemand uit Amsterdam naar Parijs komen. Ik zal hem brengen naar Tallier, naar de Colombier, naar Ciné Latin, naar de regisseurs, die hier werken - ik zal een stukje papier nemen en hem voorcijferen, hoe veel we verbruiken en hoe weinig er nog te consumeeren valt - ik zal hem afvragen op eer en geweten, of het er in de kern niet een klein beetje op lijkt, alsof thans de Liga pronken wil met een kleed, dat ook
nog een beetje gedragen moet worden door andere jaren - of in Amsterdam het Après moi le déluge - niet wat al te veel tot een soort fatumswoord wordt aangewend en of men - gezien de zakelijke feiten, waarin de verwachtingen voor 1928-29 zijn vercalculeerd, inplaats van het publiek een stap omhoog te brengen, bederft voor elke verdere voortzetting van onze onvergetelijke Liga. Ziehier het ander eind van de stok-genaamd Invitation au Voyage.
Voorloopig kan ik hier, wat de Liga betreft, op mijn lauweren rusten. - De questie Germaine laat ik heelemaal aan jullie beoordeeling over. Alleen zal dit misschien nog eenige verheldering in de toestand brengen, door te schrijven, dat Coquille het eigendom is van meneer Ronjat met de geplakte haren en dat Invitation een prive-genoegen is van Germaine. Van een uitruilen is geen sprake. Het eenige wat er opzit is dit; dat ik naar Germaine ga met de mededeeling, dat ze in A'dan niet van de film gediend zijn, maar dan kan ik hier, gezien de belangrijkheid van Germaine er voorloopig wel het bijltje bij neerleggen. Alles, wat voor de Liga van eenig belang kan zijn is thans aangeboord. Pelster heeft alle gegevens en Uw dw. zal de orders uit Amsterdam stipt uitvoeren. Ik kom niet naar Amsterdam, omdat ik toch niets anders te zeggen heb, als bovenstaande filipica, maar wanneer het noodig moet zijn, zal ik gaarne mijn incorrecte houding voor het tribunaal der Liga verdedigen. In Parijs ben ik over de geheele loop volkomen moedeloos geworden, doch dit zal met een Pernod wel weer overgaan. En avant quand même. Met hartelijke groeten aan de bekenden
tt
Mannus Franken
B.M.
Ik heb nog drie minuten en een vodje papier om nog eens op de geschiedenis terug te komen. Die moedeloosheid - die ditmaal geen literatuur is - komt voort uit het feit, dat ik de toekomst van de Liga in gevaar zie. Waarom niet de eerstvolgende zes programma's rustig in te zetten met een enkele reprise - een tweehonderd meter abstracte film en een goeie oude speelfilm. Waarom het publiek te verwennen - trouwens ik geloof, dat er van de vijfhonderd Ligaleden maar een zeer klein percentage is, dat al die abstracte kost verdragen kan en alles wat erbuiten valt (Groningen-Utrecht-Amersfoort etc.) is gedwongen zich naar deze in de grond toch altijd min of meer impotente richting te schikken. Bijna had ik er plezier in toen je me schreef, dat men in Amersfoort onder Ruttmann was weggeloopen. Luc. Willink - onzaliger gedachtenis- heeft mij eens het verwijt gemaakt, dat ik met mijn opvattingen de menschen tegen de film maakte - maar wat zijn mijn aartsvaderlijke opvattingen vergeleken met het tempo, waarmee thans in Holland de meest buitennissige experimenten ingegoten wordt aan een publiek, dat nu eenmaal betaald heeft en het zonde vindt om weg te blijven. En wat doet het er toe - of we nu al die abstracten in vakjes kunnen zetten - iets wat geen zin heeft, omdat de Russen toch al die muurtjes openbreken. Wanneer je naar Amersfoort was gegaan met Ménilmontant - Visages d' Enfants - een fragment van Nibelungen - ja van Nibelungen, waarbij je dan de nodige restricties had kunnen maken - dan had je een geweldig succes gehad. Werkelijk in mijn hart ben ik niet zoo'n bourgeois, dat ik de gulden middenweg prefereer - dat hoop ik je in Delft te kunnen toonen, maar zoo kan het niet doorgaan. Goed we zullen honderd leden verliezen, wanneer we wat tammer worden -noodgedwongen moeten worden- maar ik weet niet, of de kinematografie er in Holland niet meer bij gebaat zou zijn.
Alleen krijg jij op het oogenblik van alle kanten de moeilijkheden. Ik zal dus een eind maken -Pelster zit op me te wachten- hij bereidt zijn terugtocht voor en van hem zul je waarschijnlijk wel uitvoeriger ingelicht worden, hoe de situatie is. Denk niet, dat ik persoonlijk me gegriefd voel -daar is niet de minste reden voor- alleen is het niet prettig nu proefondervindelijjk bewezen te zien, waar ik van de eerste voorstelling al tegen waarschuwde: De roofbouw van de Liga. Amerikanen, zijn jullie, gewone Amerikanen, die zonder liefde voor het materiaal maar exploiteeren, alsof het petroleum was. Goed jullie zijn verantwoordelijk voor je leden, maar en nu zal ik het eens mooi zeggen - ik voel me verantwoordelijk voor de geheele kinematografische beweging, zoowel voor de nood in de geestelijke bordeelen, genaamd bioscoop, als het wanhopig vechten van de enkele, die weet, dat de wereld op zijn werk wacht. En dat zit op het oogenblik een nieuwe lettercombinatie op mijn machine: Pieteit! Maar dat is een ander hoofdstuk.
Ik heb het op het oogenblik razend druk met de voorbereiding van Delft en het schrijven van een tooneelstuk Inventaris. Ik kijk de brief dan ook niet meer door en je zult alle tikfouten wel over het hoofd willen zien. Dit is een persoonlijk schrijven aan jou, die bij toeval ook bent de secretaris van de Liga en heb hiermee het zwaarbeladen hart geleegd.
Houdt je goed en als je tijd hebt, schrijf dan nog eens. Op de machine is dit zoo gebeurd en ik houd weer wat meer contact met jullie plannen.
Mannus Franken
Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland