L.P.J. Braat
aan
Menno ter Braak
Arnhem, 17 oktober 1928
Arnhem 17-10-28.
Geachte Heer ter Braak.
Dank voor Uw schrijven van 16 dezer.- Wij zullen trachten de voorstelling in Rotterdam bij te wonen, al is er een mogelikheid dat wij vanwege het vroege uur (drie uur) gepaard met de vrij grote afstand van Arnhem uit, niet in de gelegenheid zullen zijn tijdig genoeg in R'dam aan te komen.
Ik schreef den Heer van Pelster om bij het programma dat hij ons opgaf, nog een speelfilm te willen voegen, een kleine Russiese of Oekraiense indien aanwezig. Hier wordt veel naar gevraagd. Het verdere programma lijkt ons zeer geschikt. Desnoods konden wij nadat wij de films hadden later proefdraaien, Les miracles du Cinéma [onleesbaar] laten vallen om tijd te winnen voor de eventueel (maar alstublieft!) te zenden andere film.
Hoogachtend
L. Braat
P.S. Zo gauw mogelik gaan wij contributies innen - we hebben 't waarachtig zelf ook nodig. Al onze [borrel-] en andere centen zijn omgezet in advertenties en postzegels, - hebben wij geld, dan zend ik het indien U wilt de volgende dag. Deze dag kan vallen medio volgende week.
Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland