E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Bergen, [13 april 1940]
Bergen, Zaterdagavond.
Beste Menno,
Wat een geduvel, - maar dit is misschien inderdaad nog de beste oplossing. En als die L. zich niet al te hevig au sérieux is gaan nemen als onweersproken Sl.-gezaghebbende, schikt de zaak zich onder ons drieën misschien nog vlugger en beter dan met 6 man erbij die min of meer verbouwereerd luistert en dan toch ook allemaal wat oordeelen moet.
Enfin, allereerst ben ik benieuwd wat L. antwoorden zal. Je brief zal hem wel als een koude douche op het bleeke lijf gevallen zijn en mijn aanteekeningen op de proeven als een hagelbuitje daarbovenop. Vergeet niet: hij lurkt al aan het cadeau dat hij zichzelf gegeven had - en nu dit, zoo kort voor het einde.
Ik zou haast medelijden met hem krijgen (zulk soort gevoelens óók goed kennende) als het hier niet om betere belangen ging dan die des Lekkerkerkers. Tenslotte gaat het dan toch om het nagelaten werk van Slauerhoff.
Wil je me die 2 boeken zenden die ik op mijn kaart van vanmorgen vroeg: Saturnus en Van Wessem Sl. Herinn. Ik moet de zaak nu precies voor me zien - ook in details - vóór ik L. ontmoet. Toen ik je mijn eerste brief schreef had ik nog niets dan mijn geheugen geconsulteerd, maar helaas gaven de 2 drukken van Archipel en wat ik verder bij Jany vond dat pijnlijk en overvloedig gelijk. Maar de ordening van Saturnus is een kapitaal punt in dit debat!
Stuur mij dan een nieuw stel proeven ook, als L. het mijne heeft - ook ter studie! Het stel van L., maar liever een blank. Had jij niet ook een stel?
Ik moest zooeven wel erg lachen toen ik je brief aan L. las, en dat allemaal opeens op het geel-en-zwarte Forum-papier, waarvan jij nog altijd stockhouder schijnt te zijn, terwijl mij onwaardige héél in 't begin eens 5 of 6 blaadjes ervan zijn uitgedeeld, en toen nooit weer!
Straks komt Jany hier een sherry drinken en zal ik hem van je voorstel vertellen. Ik denk dat hij persoonlijk het zalig zou vinden als het dan maar inderdaad tusschen L. en mij met jou als eenige toehoorder werd ‘afgemaakt’. Hij trekt wel een ernstig gezicht en doet wel zijn best, maar ik kan je op papier geven wat hij erbij denkt. En eig. heeft hij gelijk en ben ik de dwaas, om mij zoo te sappel te maken. Ik denk trouwens ook telkens: en die arme Noren! en die rotmoffen!! en de engelsche vloot!!! maar ziedaar mijn ‘erfzonde’ van lettreé, dat alles kwelt mijn hoofd en kriebelt mijn hartspier ook wel, maar een verpeste defin. uitg. van Slau zet me in lichtelaaie. Wil je gelooven dat ik beroerd naar bed ben gegaan en beroerd opgestaan met het beeld van de gerealiseerde Lekkerkerker-editie voor oogen? Een mensch moest grooter geworden zijn (in iederen zin) op zijn 40e jaar!
Enfin, ik heb één excuus: ik kan hier wat aan doen, misschien zelfs de zaak compleet redden, terwijl ik geen haar vermag tegen Hitler of zelfs voor Churchill.
Verder ben ik bek-af van proeven nazien. De laatste proeven en revisies van Stalin, die door elkaar en in stormpas-tempo binnenvallen, de proeven v. Hogendorp voor Leopold, proeven van de Indonesische roman bij De Haan. En dan las ik de complete poëzie van de Amsterdamsche School - wat ook een lauwe lol is. Als de tochtjes naar de Oude Prins er niet waren, was ik volmaakt een letterzeef geweest en niets meer. Maar daar krijg ik tusschen 12 en 1 meestal een chocomel, en Jany houdt me daar dan gezelschap bij, en de kroegradio verkondt het laatste nieuws.
Als alles goed gaat kom ik dus 20 dezer bij je, d.i. a.s. Zaterdag.
Hartelijk gegroet, ook namens Bep en met Ant,
je E.
P.S. Je moet bepaald meewerken aan Elsevier's! Ik kreeg daar even f 56. voor mijn Mult.-stuk. Verder een lieve bedankbrief van Hein.
Els. betaalt f 4. per blzij, en die blzijen zijn niet zoo groot als ze lijken, want in flinke letter en goed geïnterlinieerd.
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag