E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Bergen, 4 april 1940
Bergen, 4 April 1940.
Beste Menno,
Vanmorgen zond ik je de Slauerhoff-verhalen op. Jany wil ze niet lezen en is vóór alles. Hij zegt: ‘als ik met mijn eigen smaak te rade moest gaan, zou ik wschl. maar heel weinig de publicatie waard achten; en Sl. was niet critisch; dus alles maar; vooral waar het niet erg lang is’. Hij zal je dit zelf nog wel schrijven, als hij je mijn ‘rapport’ doorzendt.
Kwestie Multatuli: - Stuiveling heeft de berekening gemaakt en komt tot 12 dln. van ± 480 blzn. Contact wil werken met een voorloopig prospectus. Krijgt hij daarmee een 300 inteekenaren, liefst 500, dan doet hij het. De werkverdeeling is zoo: ik maak deel 1, St. deel 2, enz. en dan controleeren wij elkaar. Ook met proeven en revisie. St. was zeer geschikt en prettig, ik kan niet anders zeggen; tegenover de realiteit wordt hij veel genietbaarder dan ‘in de ruimte’. In ieder geval volkomen kameraadschappelijk; hij heeft zelfs nogal voor mijn belangen gepleit.
Ik pruts sedert 3 dagen aan een art. over hem voor Indië, dat maar niet vlotten wil. Als dat nu maar de deur uit was, dan vond ik misschien mijn draai naar de andere artikelschrijverij. Het wordt hoog tijd dat ik weer wat naar Batavia zend.
Nu iets ‘reëels’: Dirk Klomp hier, een erg geschikte baas, zou graag Hitler's eigen woorden hebben. Kan je hem (= mij) nog een ex. bezorgen? Zend het gewoon als drukwerk over de post
en zeg mij wat ik jou of Leopold zenden moet. Gebonden of ingenaaid, dat doet er niet toe. Niet vergeten!
Verder geen nieuws. Ik schrijf spoedig beter.
Hartelijke groeten 2 × 2,
je
E.
Wil je Hein Pannek. vragen mij de nrs. van het Holl. Weekblad te zenden met het duel Greshoff-Haighton erin. Het kan me inspireeren voor de artikelen die ik voor De Nwe Kern maak.
We hebben wel je art. gekregen over Mok en den pater, maar daarna niets meer. Wat was het dezen Zondag?
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag