E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Garoet, 3 december 1937
Garoet, 3 Dec. '37.
Beste Menno,
Bep is uit Batavia teruggekomen, totaal onverrichterzake. De hotels zijn er duur en zeer deprimeerend, gemeubelde huizen zijn er niet, of zoo ver van mijn werk af dat het ruïneus zou worden aan vervoermiddelen (de tram gaat alleen maar langs enkele buurten), en als we een huis moeten meubelen ruïneeren we ons dààraan - vooral, gegeven de onzekere toestand.
Er moèt natuurlijk iets op gevonden worden, maar wàt weten we nog niet. Tegen 15 Dec. gaan we nr Batavia, en logeeren eerst bij Groeneveldt; dan kijken we verder uit. Ik schrijf je van daar wel hoe we 't ingericht hebben, om je niet telkens met dit gedonder te vervelen. Dat ik je nu schrijf heeft een andere oorzaak, nl. deze:
Als je 't ms. van mijn Van Haren-historie ontvangen hebt en nog niet verzonden (misschien heb je zelf eenige tijd noodig alvorens het te lezen) stuur het dan ook niet naar Jan. Lees het zelf, en geef me jouw opinie, en stuur 't me dan terug - of nee, ook dat hoeft niet, stop het dan ergens weg. Ik moet in ieder geval de heeleboel herzien als ik Halbertsma gelezen heb en de historische plekken ga ik òf herschrijven òf zooveel doenlijk uitkrabben. Geef me daarover raad.
Dat ik je vraag het ms. niet aan Jan te zenden, vindt zijn oorzaak hierin. Ik schreef hem, uit Tjitjoeroeg al, en later van hier, bij herhaling over De Onzekeren en ook met het oog op een geheele of gedeeltelijke publikatie in Gr. Ned., dat, zooals je weet, voor mij praktisch het eenige tijdschrift is in Holland. Hij reageerde, op alles wat ik hem schreef, met geen kik. Laten we de zaak Saks niet overdoen, met partij trekken voor elkaar en klagen over elkaar enz. Ik neem aan dat Jan alle redenen hiervoor heeft: te veel werk, hoofdpijn, redacteurs-beleid of wat ook. Maar ik heb één - m.i. logische - reactie hiertegenover: ik wil hem verder met deze schrifturen van me niet vervelen of moeite geven of wat ook. Als hij 't druk heeft, moet hij niet geplaagd worden. Zend hem dus niets, en àls hij erom vraagt (vmdl. vergeet hij dat), zeg dan dat ik nog niet tevreden was over den tekst en je het ms. heb teruggevraagd. Dank.
Van Querido kreeg ik hoogst ontmoedigende berichten. Het ziet er naar uit dat ik òf Den Doolaard moet worden (op den duur) òf m'n toet houden. De keuze is niet moeilijk. Gaat deze historie zoo door, dan zal ik ernstig mijn best doen om tot het laatste resultaat te raken. Ook hierover maar niet meer, voor 't oogenblik.
Houd je goed; dank voor de moeite; een hand van steeds je
E.
Je stukken over Slauerhoff en Van Schendel net gelezen. Goed; maar veel meer ‘overwogen’ dan met werkelijk contact geschreven. Je stukken over Henny's Gorter en over Saks en mij zijn veel ‘hartelijker’, lijkt mij.
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag