Menno ter Braak
aan
E. du Perron
Den Haag, 21 november 1935
Den Haag, 21 Nov. '35
Beste Eddy
Eindelijk dan een antwoord! Ik heb geen minuut tijd gehad om te schrijven, vanwege die walgelijke Sinterklaasboeken; ik lees en bespreek er soms vijf op een dag. Hoe je je daarna voelt, zal je wel duidelijk zijn! De kitsch, die er nu weer losbreekt, is hartverscheurend. En bovendien heb ik nog een opdracht van Querido aanvaard om voor 15 Dec. een voorrede voor Vincent Haman te schrijven, dat in de Salamanderreeks wordt herdrukt. Ik wilde dat verzoek natuurlijk niet weigeren, maar het kost me in deze rotdagen mijn laatste rust. Er moet een biographietje van Paap gemaakt worden, een identificatie van de personen bovendien, die lang niet meevalt, omdat noch over Paap noch over de ‘rolverdeeling’ noemenswaardige litteratuur bestaat. (Als je nog iets van dien weet, houd ik me sterk aanbevolen!). Dan logeert Jan Greshoff een paar dagen hier, zoodat er (ook in verband met Groot-Nederland) nog een massa te bespreken is. Vanmiddag vergadert de nieuwe redactie in Riche.
Hartelijk dank voor Benda! Wat ik er ‘snoepende’ in las, is erg aardig.
Ik schreef Zondag j.l. over Else Böhler, liet een nummer naar Parijs sturen, dus dat vind je daar wel. Deze week over De Boeken der kleine Zielen.
Wat De Sleutel betreft: ik liet je inderdaad door Weissglas het nummer zenden en ried hem aan je om medewerking te vragen, waar hij grif op inging. Het volgende nummer wordt gedrukt en verschijnt in een groote oplaag, want het succes van no. 1 schijnt opmerkelijk geweest te zijn. Ik weet niet, hoeveel deze actie waard is, maar zij is tenminste iets, en van de Culclub gaat toch practisch niets uit. Dat soort menschen laat zich wel inlijven bij een beweging, maar neemt nooit een initiatief.
Ik moet nu nog een laatste nummer van Forum in elkaar zetten, hopeloos, en troosteloos, zulk een slotepisode. Allerlei rare copie. Misschien krijg ik nog wel weer ruzie met Zijlstra, maar het kan me nu weinig meer schelen.
Heb je die Sprokkelingen met spoed noodig? Ik moet er voor St. Nic. zoo mogelijk nog een notitie over schrijven. Dus liever verzend ik het na dien fatalen dag.
Ik vind Virginia bij herlezing ook nog aardig. Maar evenzeer niet meer dan een grap; als dat het hoogtepunt van 's mans oeuvre moet blijven, is het toch niet zoo leuk.
Ik schrijf later wel eens een betere brief. De rust van het Bretonsche, die ik je nu een beetje benijd, ontbreekt me volkomen. Gelukkig ontwikkelen de dialogen en de nieuwe roman zich geleidelijk in mijn hoofd, en lang wachten met schrijven zal de creatie zeker niet schaden. En na St. Nicolaas, het demonische feest der boekenbeulen, ga ik absoluut eenige dagen in de retraite.
Veel hart. groeten, ook voor Bep en van Ant en Jan
de hand van je
Menno
auf der Flucht erschossen!
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag