Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8,44 MB)

ebook (5,29 MB)






Editeur
Krijn ter Braak



Genre
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre
non-fictie/brieven


Bekijk de verrijkte versie van mennoterbraak.nl



In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Briefwisseling tussen Menno ter Braak en E. du Perron 1930-1940 (herziene editie)

(2009)–Menno ter Braak, E. du Perron

Vorige Volgende

E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Parijs, [13 juni 1935]

Parijs, Donderdag.

 

Beste Menno,

Dank voor je lange brief. Ik antwoord er betrekkelijk kort op; ik ben nog altijd moe en ga het straks probeeren met zwemmen, aangezien al die vacanties niet helpen. Gisteren was Hendrik de Vries hier, wat heel aardig was, maar toch ook een vermoeiende dag gaf (van half 9 's morgens tot half 12 's avonds). Daarbij komt dat ik extra de pest heb aan schrijven, en dat Fermina nog altijd niet is afgedaan en mijn geweten knelt.

Hoofdzakelijk zou ik moeten ingaan op je verlaten van Forum. In principe heb je waarschijnlijk gelijk, maar laten we dit hier bespreken. Bovendien moet eerst die vergadering met de Vlamingen plaats hebben, die misschien zelf nog tot nieuwe overwegingen of handelingen leidt.

Dat telefoontje van mevrouw Koster was werkelijk prachtig. Nog eens: leg een soortement journaal aan van dit soort belevenissen.

Het stuk van Groenevelt zag ik niet. Laat Hein het mij zenden, want ik wou graag alle reacties hebben op Ducroo. Misschien vindt iemand als Gr. dat boek overigens werkelijk heel slecht. Om het goed te vinden moet men òf argeloos zijn, òf flink ver gevorderd in de kunst; kunstenaars à moitié chemin als deze Groenevelt vinden er hoogstwschl. in alle oprechtheid ‘niets aan’. Daarbij komt dan nog dat hij geloovig kan zijn, of wat anders.

Met Vestdijk zal het, ondanks die ‘kant’, toch vooreerst nog wel losloopen. Ina Damman en Else Böhler zijn toch ook van hem, en nog vòl dingen die geen ‘literatuur’ zijn; hij schrijft bovendien toch nog allerminst voor de rotlezers en -keurders van Nederland. Als jij weggaat, laat Marsman je dan vervangen; dat lijkt mij lang niet gek. Maar ook over jouw weggaan moeten we praten, - al kan ik je niet anders dan gelijk geven wat je gevoelens betreft.

De Stille Kracht is niet kwaad, maar wordt voor mijn gevoel verpest door razernij-aanvallen van woordkunst à la '80, die zich precies overal van Couperus meester maken, in dit boek, waar hij niets te zeggen heeft: bij vrij-partijtjes in het maanlicht, meen ik, enz. Het is of hij aan die heeren van de Nieuwe Gids heeft willen laten zien dat hij het wis-en-bliksems ook kon - hij doet het dan ook even rijkelijk idioot - en dus staat er telkens een lap van deze broderie door. Overigens vergis je je werkelijk in je idee dat de Vaderland-lezer je stuk over de roman voor Jane begrepen heeft, want Antonini die het stuk las en aan wien ik niets had gezegd, zei: Wat heeft Menno nu uitgehaald? iedere Vaderland-lezer zegt nu: ‘O, hier wordt mij tenminste duidelijk gezegd dat het niets voor mij is.’ En hij zei erbij: ‘En zij die er iets van afweten, zullen zeggen: Wat heeft Ter Braak dààrmee ingezeten, want hij is bevriend met du Perron en moet dus wel wat goeds over het boek zeggen, maar je kunt wel zien dat hij het heel leelijk vindt.’ Hij vond het stuk overigens, voor ingewijden, dus ‘onder ons’, ook heel aardig - hoewel éénlijnig. - Over Le Temps du Mépris mondeling. Ik moet heusch gaan zien hoe ik nog te water ga.

Hartelijk je

E.

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag


Vorige Volgende

Over het gehele werk

over Forum

over Van oude en nieuwe christenen

over Uren met Dirk Coster

over Het tweede gezicht

over De smalle mens

over Schandaal in Holland

over Politicus zonder partij

over De man van Lebak

over Het land van herkomst

over Dr. Dumay verliest...


over D.A.M. Binnendijk

over Everard Bouws

over Frans Coenen

over Dirk Coster

over N.A. Donkersloot

over A. den Doolaard

over Anton van Duinkerken

over Jan Engelman

over Jacques Gans

over G.H. 's- Gravesande

over Jan Greshoff

over Albert Helman

over Johan Huizinga

over W. Kramer

over Jef Last

over H. Marsman

over Multatuli

over Martinus Nijhoff

over Maurice Roelants

over A. Roland Holst

over Arthur van Schendel

over J. Slauerhoff

over A.A.M. Stols

over Simon Vestdijk

over Theun de Vries

over Victor E. van Vriesland

over D. Zijlstra


Over dit hoofdstuk/artikel

brief aan Menno ter Braak

brief van E. du Perron


13 juni 1935