E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Parijs, [28 november 1934]
Parijs, Woensdag.
Beste Menno,
Ik heb nu besloten Zaterdag a.s. (1 Dec). naar Bretagne te gaan, met de nieuwe fl. 100. - van Querido. Ik blijf daar dan 3 weken; dan komt Bep nog een week, en na nieuwjaar komen we samen hier terug. Tenminste, als het werk daar vlot, want anders zou het idioot zijn daar zooveel kosten te maken voor niets. Hoewel ik ook bij Guilloux logeeren kan.
Deze laatste 2½ dag ben ik erg bezet met afscheidsbezoeken, laatste ontmoetingen, etc. èn ik moet nog 2 boekbesprekingen pennen, dus er zal van lezen wel niet veel komen. Daarom dit: Adwaita zeker plaatsen. Maar kan je in al die stukken niet stukjes schrappen die je niet meer goed vindt? of hier en daar een alinea door 2 regels vervangen? Me dunkt, bij het overlezen merk je dat vanzelf. Lees alles over, - maar in Godsnaam, in chronologische volgorde! Met goed schrappen kan je de stukken soms wonderlijk goed krijgen, en 4 à 5 blzn. winnen op de 20 à 25. Je vervalt soms in herhalingen, dus deze methode lijkt mij de beste, vooral als alles in één deel komt.
Je panopticums alle overlezen kan ik niet meer. Ik zag ze dien morgen door en stuurde je het resultaat; doe jij nu de weloverwogen en definitieve keuze. Als je me later precies opgeeft wat je gekozen hebt en hoe je bundel is samengesteld, wil ik je wel
met alle plezier zeggen wat er nog aan ontbreekt, volgens mij. Ik heb dan ook meer tijd; in Januari bv.
Stuur je brieven gewoon hierheen, met het oog op het onzekere van mijn ‘teruggaan of blijven’. Bep zorgt wel voor doorzending.
De brief van Albertine is wèrkelijk touchant. Ze meent het héél goed met je; ze zal zeker erg lief zijn. Waarom heb je haar antwoord niet opgenomen en er wat vriendelijke ironie onder gezet? Je hebt haar nu wschl. voor het grijze hoofd gestooten; wat ik niet zou kùnnen, als ik jou was. Het arme mensch lijdt gewoon aan hetzelfde euvel als de heele holl. literatuur en kritiek: totaal onbenul van planverschillen. Que veux-tu? zij is daar niet verantwoordelijk voor. Voor haar is Jo IJssel enz. een begin, dat vóór Elsschot en Walschap heeft plaats gehad. De rest is liefheid.
Ik las het stuk van Gans. Het is op deze manier onmogelijk. Ik heb het hem teruggestuurd en hem eenige aanwijzingen gegeven; verdere plannen moet hij maar eens met jou bespreken.
Ina Damman is werkelijk even voortreffelijk als meesterlijk. Ik schreef er Vestdijk een enthousiasten brief over, hier en daar wat aangedikt, met het oog op zijn ouders, waartusschen zijn tegenwoordige complexen zich schijnen te voltrekken. Misschien schrijf ik er later nog wat over in het openbaar. Voorloopig wil ik - tot Januari of misschien Febr. a.s. - alles van mij afzetten, behalve Ducroo. Tot ik ook die af- en uitgeworpen heb, hetgeen Jehova geve!
Hartelijke groeten van ons voor jullie.
Je
E.
P.S. - Ik raad je aan, voor je preeken etc., Journal d'un homme de 40 ans te nemen van Jean Guéhenno (Grasset). Net verschenen, vol ‘actueele’ dingen. Uiterst sympathiek geschreven: een proletariër die intellectueel geworden is, nu professor of leeraar in sociologie, meen ik; redacteur van Europe. Een door-en-door proper en bescheiden iemand.
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag