Menno ter Braak
aan
E. du Perron
Den Haag, 11 juli 1934
den Haag, 11 Juli '34
Beste Eddy
Het mooie weer heeft me een paar malen op het strand en zelfs op een tennisbaan gebracht; het dartelen in zee was werkelijk verrukkelijk, vooral vandaag met als achtergrond de witte begrafenis van den Prins. Een paar dagen geleden was die achtergrond de opstand in de Jordaan. De Tribune verboden en in beslag genomen, eenige dooden, kortom: Colijn moet den gouden standaard handhaven, zegt men, daarom de werkeloozensteun verlagen en vervolgens het ‘grauw’ klein krijgen. Ik heb toevallig juist Gide uitgelezen, terwijl deze belegering in vollen gang was, en mezelf voortdurend gecontroleerd op mijn gevoelens. Kranten erover zeggen niets. Alleen de Tribune was interessant, maar die heb ik niet. En nu verschijnt hij niet meer. Ik vind 1o afkeer van het bête geschrijf in de ‘burgerpers’ over ‘gepeupel’, ‘janhagel’, ‘relletjesmakers’ e.d., kortom walging van de bourgeoisie, die het moraalmasker voorhangt om een machtsquaestie te camoufleeren; 2o de absolute onmogelijkheid om mij te identificeeren met dat ‘gepeupel’, de fatale realiteit, dat ik tot een klasse behoor, ook al doorzie ik haar hypocrisie; want lees de Tribune (laatst verschenen nummers over den ‘opstand’) en het relaas is even hypocriet naar den anderen kant. Ik heb Gide met spanning gevolgd en ik bewonder zijn houding, zonder die te kunnen deelen. Het lijkt me een geval als Pascal (afgezien van de temperamentsverschillen); noem het dan geen ‘bekeering’, maar een ‘ontsnapping’ of iets dergelijks is het zeker. Maar wat ik in Pascal en Gide bewonder, is het volkomen integraal blijven van de ratio. De passages contra Barrès zijn b.v. prachtig. Het blijft zonderling, Gide in een speech ‘camarades’ te hooren zeggen tegen b.v. den heer Barbusse; is dat niet toch een ‘verraad’? Ook
Ehrenburg gelezen. Vlot, gevat, een beetje herhaling en op den achtergrond toch weer telkens de zelfvoldane sovjet-bourgeois. ‘Les ouvriers savent honorer Shakespeare, Goethe et Pouchkine’. Maar de stukken over Malraux en Gide zijn toch ook heel goed. Ik heb van beide boeken nu een preek gemaakt, die
ik je Zondag laat zenden. Die over Eroica kreeg je zeker al.
Dat je Theun abhorreert, verwondert me niet. Ik las alleen door, omdat ik daar nu eenmaal mijn geld mee verdien en ook, omdat ik den man met citaten wilde meppen. Alleen voor het citaat in zijn botste gedaante voelt ‘men’ iets, en ik wil, dat ‘men’ de verlakkerij van deze snert althans begrijpt. Je pan. was heel geslaagd; alleen heb ik me weer afgevraagd (je deed het zelf trouwens ook), of we hier werkelijk niet beter doen door in Forum te zwijgen. Ik heb het pan. nog niet van Vic terug, die met vacantie was (ook Ons Deel nog niet).
Hartelijk dank voor de 3 deeltjes Stendhal! Geef eens aan, wat ik er vooral uit moet lezen! Ik occupeer me momenteel toevallig met Gorter, omdat er een dissertatie over hem is geschreven; ook deze man, die mij een van de sympathiekste Tachtigers lijkt, wordt altijd in schoensmeerstijl behandeld, geloof ik. Of idealistisch-politiek, zooals door Henr. Roland-Holst en v. Ravesteijn. Hij was zeker een eerlijk slachtoffer van den ‘geest’, lijkt me, maar een slachtoffer. Dat ‘gouden meisje’ b.v. is eigenlijk een dwaas spook.
De bespreking van Kuyle door Coenen is hopeloos. Maar ik houd Coenen voor niets dan een J.L. met een zeker kibbelachtig verzet tegen allerlei al te duidelijke phrasen. (Van phrasen gesproken: de opvolger van Ritter als hoofdred. van het U.D., prof. van Mourik Broekman, is ontslagen, omdat hij een artikel over den dooien Prins had geschreven, waarin stond, dat hij niet zoo'n held was als men wel zou denken! Op zulke punten worden vrijzinnige dominees ook nog martelaar. Het is ook wel erg naïef om politiek hoofdredacteur van een Zeister krant te worden en dan nog te meenen, dat men bij den dood van een Prins ‘de waarheid’ kan zeggen. Zulk idealisme lijkt me alleen maar zielig.)
Waar Gans zit, weet ik ook niet. Ik heb Kramers laatst opgebeld, maar toen was hij niet te vinden. Vandaag had ik hem zullen spreken, maar dat is niet doorgegaan vanwege de vorstelijke begrafenis. Is Gans inmiddels terecht? Hij kan natuurlijk voor Forum schrijven! Waarom niet?
Een ex. Forum zal ik nog voor je opscharrelen.
Ik hoop in mijn vacantie minstens het eerste hoofdstuk van mijn boek te schrijven. Het ligt in aanteekeningen voor me klaar. Ik zou ook een roman kunnen schrijven, maar na Gide heb ik sterker dan ooit het gevoel, dat alleen het allernoodzakelijkste de moeite van het opschrijven waard is. Zeker nu. Het liefst ging ik weer naar Sils-Maria, maar het is momenteel te duur voor ons en bovendien; het zou bijna op een imitatie van decor lijken. Daarom zou ik het overigens zeker niet laten, het is iets onvergetelijks.
Tot spoedig nader. Hart. gr. van ons beiden, ook voor Bep
je
M.
N.B. Ik vrees, dat ik die foto wel niet in de krant zal kunnen krijgen. De Lang kijkt naar iets, dat vaag is, met afschuw. Hij wil altijd ‘iets in een lijstje’.
Ik hoop vandaag of morgen voor Forum iets over Gide en de Jordaan te schrijven. Over het ‘gepeupel’ en de andere phrasen. Zaterdag logeert Jan hier. Hein komt eten. De gedichten zijn uit. Bijzonder mooi verzorgd! Je hebt zeker ook al een exemplaar?
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag