II
Daarnet je brief. Dus hier is een tweede blaadje, in één Brief (niet briefkaart!)
Allereerst antwoord op de 2 vragen:
Jules Romains is een beroemd man, genre Duhamel, wiens jeugdvriend hij was. [Althans hij maakte met hem deel uit van dezelfde literaire groep.] Verder een voor mij onleesbaar auteur, die ‘wijd’ grijpen wil (ook à la Duhamel) en abominabele zotheden vertelt. Alles bij elkaar een akelig iemand, niet zonder literair talent; soms ‘leuk’, soms dor vervelend, misschien expres; soms erotisch aangelegd en dan wordt het héél beroerd, soms cosmisch. Je zou veel van hem moeten lezen, want 's mans werk is erg gevarieerd. [Dit geeft geen erg goed beeld, maar ik kan op 't oogenblik niet beter!]
Van von Salomon weet je zoowat alles als je één boek leest, zijn beste, tevens zijn ‘memoires’: Die Geächteten.
Over Mussolini kan ik onmogelijk schrijven voor April, zeker niet voor 15 Maart. Beschouw mij als invalide, zeker tot eind April. (O, o, o, die verta-a-aling!) Graag wèl de Liaisons in April; het genre essay is zóó verschillend van Vestdijk, dunkt me, dat het niet erg is. Tusschen haakjes: Vestdijk over Joyce is zeer goed. De verzen van Jaap van Gelderen vind ik ‘curieus’, maar een beetje Adama van Scheltema + Forumtoon, alles bij elkaar toch niet je dat. Wel sympathiek natuurlijk.
Ik vind dat je het schetteraartje Kuyle toch wel eens affaire mag nemen, bij een komende gelegenheid. Hij schijnt nu uitgemaakt te hebben dat Engelman ook geen dichter is - en dat alleen omdat men hèm van alle kanten op smeerlapperij betrapt heeft. Als je het werkelijk niet wilt, laat mij het dan later doen (als ik weer valide ben - en in duivelsnaam!) Maar ik beloof hem
dan ook een artikel waar hij voor zijn heele nieuwe gemeenschap genoeg aan heeft - en (begrijp je dit?) eigenlijk zou het mij spijten; het brengt mij dan toch weer midden in Kostersloot terug, op deze manier! O, vloek, o vloek, o...
Zal het mijn fatum zijn? - Enfin, over een week ben ik het heele mispunt misschien weer vergeten. Het is wel het smerigste prolletje dat erbij loopt, dat is héél zeker.
We wonen hier op een kamer van 3 M. 80 bij 5 M. 75 met daaraan geplakte badkamer en keuken (twee pijpeladen). Op de 6e verdieping, maar met lift. Buurt heel geschikt. Op het oogenblik begint het hier gezellig eruit te zien, en Bep kookt alweer. Dank voor de wenken van Wim. Later meer; op je verlangen naar ‘serviese verhaaltjes’ werd dubbel en vóórkomend (hoe moet ik het woord schrijven, ook met een accent blijft het vaag) geantwoord.
Haastig afscheid. Je
E.
Ik ben misselijk van Ferral, bij het vertalen. De vent werkt me zéér op m'n zenuwen, met en zonder Valérie. Ik gaf er wat voor als hij even levend kon worden, opdat ik hem onhebbelijk kon bejegenen! De flinkdoenerij van dien idioot is door Malraux werkelijk heel handig braakmiddelachtig aangebracht.
Last valt niet mee. Geniaal is het ook allerminst, en zooals je zegt: het is vooral met ijver gemaakt. Maar je leest het met belangstelling, zoolang je ‘kennis neemt’. Nasmaak of levende figuren, vrijwel nihil.