Menno ter Braak
aan
E. du Perron
Rotterdam, 11 mei 1933
R'dam, 11 Mei '33
Beste Eddy
Ik heb nu al eenige projecten voor het stuk over Coster in mijn hoofd gehad en weer vernietigd. Het gaat niet, het wordt altijd iets slechts of iets ‘ontactisch’. Vanmiddag zal ik Vic opbellen en de zaak nog eens met hem bespreken. Ik sta te dicht bij het boek om er anders dan een zeer persoonlijke ‘biecht’ over te schrijven en dat deugt nu voor het gegeven geval juist net niet! Misschien is er toch nog een fatsoenlijk man te vinden, die het doen kan. Marsman? Hij kan zelfs nog zijn bekende gunstige voorbehoud voor Coster maken!
Malraux zond me zijn roman met een opdracht. Wil je hem
vast zeggen (als je hem ziet), dat ik de gave zeer op prijs heb gesteld en graag met een exemplaar van één van mijn boeken zou antwoorden, als ze niet in het holl. geschreven waren. Na lezing zal ik hem schrijven. Ik ontving het exemplaar juist in een gedeprimeerde bui en werd er dadelijk door verkwikt. De schoolmeesterij blijft me zwaar hinderen. Vooral het goedkoope succes daarbij, en niet minder de bakerpraatjes voor de ‘heele kleintjes’. Wie heeft er toch een eerwaardig ‘klein ambt’ voor me beschikbaar? Aan de Zieke heb ik natuurlijk weer niets kunnen doen, hoewel ik er naar snak, de laatste stukken te schrijven. Ant is verleden week nogal flink ziek geworden, knapt nu weer wat op. Alles bij elkaar een paar vervelende dagen. Gelukkig, dat ik op het leeskabinet in Gr. Nederl. een prettige kroniek van Bep vond over engelsche boeken.
De verzen van J.v.N. bevielen mij ook uitstekend. Ze zijn aristocratisch en toch op een bijzondere, persoonlijke manier gevoelig; om ook een persoonlijke genegenheid voor te hebben. De Treurmarsch heeft daarbij nog een eigen accent, dat ook erg geslaagd klinkt.
Ik heb me laten verleiden tot een interview door den Pannekoek. Het staat me nu al weer tegen, dat ik het verzoek ingewilligd heb. De mededeelingen van Vestdijk vond ik maar zeer, zeer matig; in dien trant wil ik het zeker niet doen. Gelukkig heb ik nog een week den tijd.
Later eens meer en beter. Hart. gr. voor jullie beiden
je
Menno
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag