E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Bellevue, [1 april 1933]
Bellevue, Zaterdagavond.
Beste Menno,
Ik ben erg moe, na een heel geloop en gepraat in Parijs met Malraux - ‘beurs van indrukken’ zou Jany zeggen - maar ik wil toch direct op je brief antwoorden.
Die afkeer van je van het leeraren begint mij ongerust te maken. Je hebt het, zegt Bep, nooit zoo sterk nog gehad. Het is zeer de vraag of het iets voorbijgaands is, danwel juist iets dat zich steeds meer zal verscherpen. Het is jammer dat het zoo'n rottijd is, waarin men niets onzekers meer met het noodige optimisme kan probeeren; anders raadde ik je om er uit te gaan en een jaar in het buitenland te leven. Ik geloof steeds minder aan den Hollandschen schrijver, d.w.z. aan den schrijver met nur Holland als ‘voedingsbodem’. Voor jou vooral zou het enorm kunnen schelen, dunkt me, als je wat contact had met andere menschen, als je andere hersens om je heen had. Malraux zou zeggen: andere beschavingsproducten!
Wat je over Coster zegt zal wel waar zijn; kan ook best niet waar zijn. Ik zou er niet over denken het ding nog eens te herlezen! Hoe iemand ertegenover staat die alles ineens en voor den 1en keer krijgt, kunnen noch jij noch ik zich indenken. Het heeft trouwens ook met pedagogie te maken!
Moet ik Van Kampen schrijven om die 20 exx? Of wil jij voor de verzending zorgen (laten zorgen)? Dan hoeft het ook niet zoo heen en terug, en kost minder voor de porti. Ik wou dan 1 gewoon ex. geven aan de volgende menschen:
1. Wim. 2. Truida. 3. Vestdijk. 4. Marsman. 5. Maurice. 6. Jany. 7. Jacques Bloem. 8. Willink (Keizersgracht 538; Amsterdam). 9. Vic van Vriesland. 10. G.H. 's Gravesande (Scheveningsche laan 110, Kijkduin-Den Haag.) - Deze kunnen door van Kampen zelf worden ‘afgezonden’, niet?
Daarnaast had ik dan nog graag 10 exx. voor mijzelf, met het oog op later - en gedeeltelijk zelfs nu. Overdreven is dat toch niet? Al deze menschen zouden het tòch niet koopen... - Als we die 5 resteerende exx. op Japansch verkoopen kunnen voor fl. 10 't stuk, heb je alweer fl. 50. terug. Ik houd ze hier tot je beschikking. Vraag Jan Greshoff of hij nog iemand weet.
Wat je me van Marsman's boek zegt, vind ik akelig. Ik denk dat het hem een reuze-opstopper zal geven, als wij allemaal zeggen dat het zoo beroerd is. Ik blijf nog eenige hoop ‘voeden’...
Mijn eigen ‘roman’ laat ik je liever lezen als hij een flink eind verder is. Ik werk er goed aan. Met de herziene en bij de rest versmolten Godius mee (waarvan ik toch weer een heel stuk opdoekte) heb ik nu 165 blzn. klaar, waarvan 110 naar Greshoff zijn om te worden overgetypt. Ik laat je liever de boel zien als ik een heel eind verder ben: 240 blzn. bv. Last schreef mij een erg ‘menschelijke’ brief terug, nadat ik hem behoorlijk op zijn tweede epistel antwoordde. Wij hebben afgesproken dat hij een ‘onpolitisch’ stukje zou schrijven, eventueel voor Panopticum, en ik iets over Hitler in Links richten. Ik doe dit morgen of overmorgen. De brief van Last sluit ik hierin, om je een idee te geven van de omzwaai, na den eersten brief. Graag terug.
Het zou mij erg spijten als je het stuk over Hitler niet schreef. De vent is een braakmiddel-par-excellence.
Het mooiste uit je brief vond ik die invitatie van Huizinga. Schrijf daar vooral méér over. Het is toch erg aardig van hem, die zoo'n autocraat heet te zijn. Ik ben erg benieuwd naar details van jullie ontmoeting.
Hartelijke groeten, houd je taai in de pedagogische maagstoornissen, en geloof me steeds je
E.
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag