Menno ter Braak
aan
E. du Perron
Rotterdam, 16 februari 1933
Rotterdam, 16 Febr. '33
Beste Eddy
Hierbij dan eindelijk de brief aan Vic terug. Ik weet niet, wat mij bezielt, maar ik kom niet tot briefschrijven. Van tijd tot tijd heb ik van die dagen, dat ik eigenlijk het liefst maar wat voor mij uit zit te kijken; stemming Dumay, en te denken aan de mogelijkheid om in de zomervacantie heele dagen niets te doen. Gaat voorbij. Maar ik zou in deze stemming met de beste wil van de wereld niets tegen een druif als ‘Spectator’ kunnen schrijven. Dus dan maar de ‘hooge’ houding. Panopticum van Jan vond ik best, met je niet-verzonden brief aan Vic was ik het (zooals je al bleek trouwens) volkomen eens. Hoe meer ik erover nadenk, hoe ridiculer mij die ‘deskundigheid’
toeschijnt. Gesteld, iemand weet alles van de russische revolutie (en ik ben er nog niet eens zeker van of Vic er meer van weet dan jij!) en hij is in dat weten verzopen, wat dan? Het weten is zoo iets vulgairs, merk ik steeds meer, dat een genie met 1 feit meer uitricht dan een gewone ‘weter’ met 10000. Ik zie soms wetenschapsidioten met even troeven in hun hand! Maar ze spelen ze niet op, ze knoeien er maar wat mee! - Ik ontving nog een Zijden Harnas van Boucher, als recensieex. voor Forum. Jouw initiatief? In ieder geval ben ik er blij mee, het hoort bij den Hemdenmaker, niet alleen tailleursgewijze.
De quaestie Marsman-Dumay is raar. Ik heb hem nog eens geschreven. Tenslotte is het ongetwijfeld een aangelegenheid van de hiërarchie: wat is een mensch van rang? Volgens Marsman zeker niet de sigarenrookende leeraar, maar eerder de berlijnsche Vera. - Van Berlijn gesproken: ik kreeg vandaag twee brieven daarvandaan, één van Gerda en één van een oude portiersvrouw, die ik daar gekend heb. Beide met die eigenaardige hysterische nuance, die mij god doet danken, dat ik toen ‘maar’ niet getrouwd ben. Die portiersvrouw is, geloof ik, ietwat in de war, zij ziet spoken en tracht mij te gebruiken als een apostel. Het geheel is niet uit te leggen, als ik de situaties er niet allemaal bij vertel. Wat Gerda daar overigens uitvoert, ik kom er niet achter; ik denk, dat zij wel een beetje de baan op is, maar duidelijk wordt dat ook al niet. Volgens de portiersvrouw denkt zij op griezelige wijze aan den dood etc, etc.
De rekening bij Nijhoff maak ik deze week in orde. Morgen krijg ik weer geld voor een lezing voor de... Dordrechtsche Vrouwenclub. Pecunia non olet, zullen we maar zeggen; het zijn alles bankjes, en ik mag mijn meening zonder eenige reserve uiten, dus...
Het stuk van Heeroma stuur ik als drukwerk terug.
Wim was Zondag hier, en vond je revolutiestuk alleraardigst. De N.R.Ct. zendt je de twee kranten (29 Jan., 5 Febr.)
Groet ook Jan Greshoff hartelijk als hij er nog is. Ik kwam er nog niet toe, hem te schrijven, maar hij is verzekerd van mijn genegenste gevoelens! Voor jullie beiden veel hartelijks van
je Menno
Ik heb een complete Racine gekocht in één deel op dundruk, met uitstekend lettertype (48 francs, ed. La Pleïade)
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag