Menno ter Braak
aan
E. du Perron
Rotterdam, 14 januari 1933
R'dam, 14 Jan. '33
Beste Eddy
Gisteren liep tot mijn vreugde Coster al binnen! Ik zond omgaand een exemplaar (het eenige behalve de 2 reisexemplaren voor v. Kampen, die al weg zijn!) naar Bellevue; je zult het nu wel hebben. Geluk ermee! Het is prettig, dat het boek er nu is; want een boek werkt altijd anders dan een reeks tijdschriftvervolgen, dat merk ik aan het Démasqué. - Ik heb de heele oplaag naar v. Kampen gedirigeerd (als die is afgedrukt) en de 10 luxe-exemplaren naar mij. De teekening van Coster op pag. 1 is werkelijk verrassend! Ik wist niet, dat die er zoo in was gekomen en werd bepaald getroffen!
Gisterenavond bij Vestdijk vertoefd. Ik voorspel de gekste (= beste) dingen van dien man voor 1933! Hij heeft in een paar weken geschreven: een meesterlijke novelle van 65 pag. De Oubliette, weer beter dan de voorgaande; een korte novelle Eén Twee Drie Vier Vijf, ook heel goed, al lijkt mij daarin de invloed van Joyce wat erg merkbaar; drie panoptica, waaronder één, dat beter is als artikel (over Proust en Freud); een bijzonder
goed essay van 25 pag. over Luke Havergal. Hij gaat vandaag aan een roman beginnen en heeft plannen voor vijf andere, allen even fascineerend. Over een jaar is Vestdijk, of Nederland is werkelijk volkomen blind en doof, een figuur van de eerste grootte.
Je begrijpt, dat het me des te meer pleizier deed, dat hij zeer te spreken was over Dumay (voorloopig, de 2 hoofdst.) en het nu al prefereerde boven H.C. Hij gaf ook heel duidelijk aan, waarom het heelemaal geen Robbers is; wat ik zelf ook niet geloof, maar de toon van Marsman werkt toch onwillekeurig nog wat na. Maar ik tart Marsman, om bij Robbers aan te wijzen een aequivalent van: 1o de achterste-affaire, 2o het Margot-bedenksel, 3o het millionnairsdroombeeld, 4o de Oklahomahistorie. Dit niet om op te hakken of een typisch hollandsche sfeer van burgerlijkheid te ontkennen; maar ik weet, dat zich achter die sfeer iets anders afspeelt dan bij Robbers. En laat Dumay verder maar een verre naneef van B. Bandt zijn; hij philosopheert toch zeker niet over het zondige van bordeelen.
Ik hoop, dat je besognes nog meevallen. En dat Bep zich binnen den kortst mogelijke tijd weer bij je kan voegen. Ant is vanavond bij haar op bezoek.
Tot nader. Een hart. hand van
je Menno
Zeg, die Pannekoek ’s Gravesande is een luxe-editie van Bouws, vind ik; veel guller, geloof ik ook, maar toch au fond ook een snob! Hij heeft na je vertrek à la manière de Bouws allerlei vriendenverhalen zitten opdisschen.
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag