E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Bellevue, 9 november 1932
Bellevue, 6 Nov. '32
Beste Menno,
Huxley's Texts and Pretexts inspireerde mij tot een bespreking, die ik aanvankelijk voor Den Gulden Winckel wilde bestemmen, maar ik schijn dat soort boekbesprekingen niet meer te kunnen schrijven, voor ik het wist had ik er al van alles bijgehaald dat mij van veel meer belang lijkt voor Forum dan voor Kramers en zijn abonnés. Wil je mij zeggen wat je ervan denkt? Over Huxley zal je het wel niet met mij eens zijn (ik vond hem hier eigenlijk, op de inleiding na, een allemachtige ouwehoer!) maar de rest bevalt je misschien wel. Als je het stuk voor Forum wilt, moet het toch zeker in Januari. - Anders stuur ik het nu nog liever aan Greshoff (voor Gr. Nederland) dan aan Kramers.
Gisteren verzond ik hoofdstuk I en II van Dumay. Je zou er werkelijk héél goed aan doen met die 2 1/2 blz. over Marie, die ik schrapte, te laten vervallen; lees trouwens alles nog eens door en je zult zien dat het veel minder een ‘gehang’ en ‘getrek’ is, dan zooals jij het had. Er moet iets mislukt zijn op die plaats, door een scène die je eerst anders had of zoo; je houdt Marie ‘op’, zonder dat er eenige reden voor is, èn zonder dat het iets bijdraagt tot haar innerlijk portret. - Verder schrapte ik allerlei regisseurs-notities van nògmaals flonkerende ringen, nògmaals glimlachende menschen, enz. De lezer ziet de personages soms werkelijk veel beter dan de auteur!
Schrijf me wat je van mijn Dumay-arbeid denkt en ook, in details liefst, van mijn stuk. Verder wat je met Binnendijk alzoo besprak! En is ons telegram terecht gekomen?
Als je dit stuk nu ook voor Forum neemt, laat ons het dan heusch zetten in Januari (de aangewezen plaats; het vervangt dan in zeker opzicht dat andere stuk dat ik schrijven wou). Maar wanneer komt dan in Godsnaam die revolutiehistorie?
Ik wou van Bouws graag weten hoeveel voorschot ik nu aan Zijlstra heb terug betaald; en Bep wacht met spanning op haar honorarium. Als je Bouws dus ziet... [Dit hoeft niet meer. Ik kreeg al een brief van Bouws.]
Ik teeken dit aan, als iets kostbaars. De 3 verzen (sonnetten) hoef je me niet terug te sturen; ik schreef ze uit hoofd op en zond ze aan Greshoff. Wèl uit de portefeuille halen en verscheuren.
Wij zagen Bob hier een paar malen; verder geen nieuws. De Van Schendels komen pas den 10en. Vandaag, Zondag, bleven we heerlijk thuis. Méral is in Parijs en noodde mij ten disch per telegram, ik wuifde af per tegentelegram; resultaat: wij zien elkaar morgen om 12 uur in de Closerie des Lilas. Morgenavond hebben we de Chevassons te eten; - Dinsdag komt Bob hier een dag of vier logeeren, in dien tijd hoop ik hem zijn opera-tekst te kunnen bezorgen; ik vind het wel grappig daaraan te werken, omdat ik geen bàl van muziek weet! Het wordt ‘naar Poesjkin’*.
Nu, de beurt is aan jou. Schrijf gauw. Hartelijke groeten van ons beiden (Bep heeft je gezegd dat er van een overjas hier niets te bekennen is?); de hand van je
E.
* Als het lukt! Dus geheim houden, vooreerst.
P.S. - Ik zond je ook La Hollande van Salverda. Wil je er ijlings een stukje over maken en mij het boek dan terug zenden, anders moet ik het 2x kopen!
P.P.S. - Ik zend je het artikel later! Ik las n.l. Huxley's Vulgarity in Literature (vnl. voor wat hij zegt over Poe). Ik vind hem nu gewoonweg een kloot; en héél ‘vulgar’, hij zelf; alleen opgepommadeerd door Oxford. Later meer!