Menno ter Braak
aan
E. du Perron
Rotterdam, 20 oktober 1932
Rotterdam, 20 Oct. '32
Beste Eddy
Er ligt een stapel post van je, waarop ik zoo goed mogelijk zal antwoorden; want ik ben niet erg helder en nogal vermoeid door één en ander. Bovendien zit ik in een onaangename situatie; ik moet n.l. morgen een gesprek met... Emil Ludwig hebben voor de N.R.Ct! Toen Vic het mij vroeg, was ik eenigszins overrompeld en dacht bovendien dadelijk aan een prachtige gelegenheid om dien man eens flink te vernachelen; achteraf vrees ik, dat ik in de interviewsfeer toch niet tot een behoorlijk ‘flitsend’ gesprek (om met dr. Otten te spreken) zal kunnen komen en met mijn mooie stel vragen weinig resultaat zal hebben. Het moet morgenmiddag in den Haag gebeuren; als het wat oplevert, zal ik je de flitsen in de N.R.Ct. van Zaterdagav. sturen. De groote man houdt hier lezingen. Mijn vragen zijn scherp genoeg, zelfs bijna onbeleefd; maar zal ik ze kunnen stellen? Anders zit ik er zooals meneer zelf bij Mussolini.
Ik ga je nu systematisch beantwoorden. Richard W. in Bayreuth heb ik ook niet kunnen lezen; ik had eerst Der Fall W. gelezen en ben toen blijven hangen. We zijn daarover accoord; maar dezen Nietzsche wil ik geen moment verdedigen, tenzij misschien als toch wel ‘interessante’ bovenlaag van een veel beter onderlaag. - Je definitie van Ter Zake: accoord, accoord! Karakterloosheid, en compleet! ‘Die verdomde ruime blik’, zooals
Marsman zei, die eergisteren hier sliep, at en zeer gezellig praatte; hij blijft dezelfde alleraardigste, openhartige, prettige vent, die hij altijd was.
De zaak van de correcties komt natuurlijk in orde; want Nijgh e.v. Ditmar zijn veel, maar geen afzetters, gelukkig. Ik zal Bouws er na zijn terugkeer over polsen, maar hij zal het ook op eigen houtje wel goed in orde brengen, hoop ik. Ik zelf zit nu met dat secretariaat te scharrelen en merk wel, dat Everard toch nog vervelende werkjes heeft op te knappen voor zijn salaris. Gezanik aan de telefoon, copie naar je toe en weer weg, bah! - De laatste proeven Coster, benevens Panopticum moeten vandaag per expresse aan je verzonden zijn. Stuur ze omgaand terug, want ik heb nog geen benul van het heele nummer! Als ik de inhoud precies voor elkaar heb, stuur ik je dadelijk bericht, wat ik met het Schetsboek heb gedaan. Ik vrees, dat het, wil ik een behoorlijk nummer maken, zal moeten laten vervallen, maar zal misschien nog een andere combinatie kunnen bedenken. Maar stuur me in ieder geval de noot; als het vervalt, heb ik die! Over Montaigne ook accoord! Toch heb ik een aardig citaat uit hem gehaald voor mijn boek, ergens in den tekst dan. (O ja, kan Bep niet eens nazien, hoe het citaat van Maurois over de ‘doubts as solid as acts of faith’ in het fransch luidt?) - Mijn schrappingen in Godius liever mondeling; ik heb weinig te schrappen, maar kleinigheden kunnen we dan gelijk oversteken, met Dumay erbij. Van Greshoff een bijzonder aardige brief over Dumay, die ik je via Ant zal sturen. Hij prefereert zeer positief Hampton Court! Al vindt hij Dumay ‘beter’; de inzet is volgens hem geringer. Ik kan het momenteel niet meer beoordeelen; voor mij was de inzet allerminst gering, maar mogelijk is het effect anders. Ik vraag me af, of ik te persoonlijk op het gegeven ben ingesteld geweest. - Bewaar Greshoff's brief maar tot ik kom.
Gek, ik had voor je brief de opmerking over Pom's ‘domheid’ al in de proef geschrapt! Ik heb er iets van ‘suggestief staren’ van gemaakt.
Waarom kunnen Godius en Dumay niet (later in het jaar dan)
samen? Enfin, dat zien we wel. - Ik verheug me sterk op Parijs en de rust. Zaterdag 19.30 ben ik aan het Noordstation; maar daarvoor nog wel bericht. hart. gr. v. jullie beiden je
Menno
Heineke Vos komt in December klaar!
Zweedsche lucifers, die heiligsten Güter, hoop ik in abondantie mee te smokkelen!
Het stuk over Anthonie Donker kan m.i. best in het December-nummer, maar als de goede zakenlui er soms reclamebezwaar in zien (wat ik overigens niet denk), zou ik er tot Jan. mee wachten.
Ik telegrafeerde Bouws: ‘Herzliche Glückwünsche beim Betreten des Eheforums.’ Vannacht smaakt onze Everard dus zijn eerste echte, gezegende huwelijksnacht!
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag