Menno ter Braak
aan
E. du Perron
22 september 1932
22 Sept. avond
Beste Eddy
Hartelijk dank voor Mikrochaos! Je uniforme edities vermenigvuldigen zich met den dag! Dit is zoo een bijzonder geslaagd boek, een ‘oogst’, die er mag zijn. Ik amuseer me nog met de varianten en herlees wèèr met apart pleizier die Filter-versjes. De krankzinnigheid van die verschillende combinaties is bijna geniaal te noemen. Heb je gemerkt (of is het verborgen opzet?), dat de zittende man op het plaatje van Willink een rechtervoet aan zijn linkerbeen heeft? Wie moet de man verbeelden, die de jaloezie wil dichttrekken? Het hek van Gistoux is duidelijk herkenbaar. Vergeef mij deze ‘realistische’ opmerkingen.
Vanmiddag een uur voor de apenkooi in de diergaarde doorgebracht voor De Ingebeelde Zieke (laat ik het voorloopig zoo maar noemen, de naam staat nog allerminst voor me vast). Ik heb verder al onze mede-primaten bezocht en heb de stank van de kleine roofdieren, mitsgaders onovertrefbare apenurine, nog in mijn neus. Onderwijl lees ik Darwin, een engel van een apenkenner, maar wel zoo dom als psycholoog als een Engelschman maar zijn kan. Wie spreekt van het ‘instinct der sympathie’ heeft toch niet veel meegemaakt!
Ingesloten een stukje uit de N.R.Ct. van heden, dat anders je oog misschien mocht voorbijgaan? Of ga je je als gevestigd man abonneeren op dit deftige papier?
Dit is de derde brief, die naar je toegaat; ik wacht dus nu eerst maar op antwoord en hoop, dat die verdomde pen inmiddels weer terug zal zijn. hart. gr. voor jullie beiden je
Menno
De laatste proef van de Voorrede heb ik gisteren gecorrigeerd volgens je aanwijzingen.
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag