E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Spa, [13 augustus 1932]
Spa, 13 Aug. (Zaterdag).
Beste Menno,
Ik las Een Vuistslag, en vind het een langdradige historie, met herhalingen uit Charleston (Spel der nymphen is een zwakke copie van Verzoening der Dieren; Paula is een verbleekte Celly), met vulsel dat niets met het eig. verhaal te maken heeft en op zichzelf dood is [dat is het erge - anders was het mij best!]; en het eig. verhaal tusschen John en Jacques, met wat geflutter van Leopoldine erdoor, is ook maar matig aardig, maar heeft een nogal goed ‘grondidee’ (ofschoon dan nog ietwat gegapt van Het Pistoolschot van Poesjkin); het zou in ieder geval zeer behoorlijk kunnen zijn als het werd samengetrokken tot een novelle van een bladzij of 40. Alle Otto's, Anka's en Arnolds (een mislukte copie van Van Haaften! - ik weet trouwens niet
eens meer of de man Arnold heet, ik bedoel: de initiateur van Jacques) moeten m.i. radicaal er uit. Ik ben alleen vóór opname van de goede stukken in Forum; zeer tégen opname van alles. (We hebben Dumay ook nog, en misschien Marsman's roman.) - Ik heb Van Wessem duidelijk, en met nog veel meer details dan hier, geschreven wat ik ervan dacht. Het ms. stuur ik vandaag terug naar Bouws. Wil jij Bouws deze brief doorzenden ter kennisname? Ik heb geen doorslag en ben moe van dit 2 × opschrijven al.
Wil Van W. zelf een keuze doen, dan is het best; anders moeten we de zaak op een redactievergadering beslissen, als Maurice de tekst ook heeft doorgekeken. Het boek is voor mij een erge teleurstelling geweest: een overbelaste, eig. vervelende historie, niet te vergelijken met Charleston. Het spijt me voor Van Wessem; ik hoop dat jouw enthousiasme hem troost geeft voor wat mijn meening aan onaangenaams voor hem hebben kan! Maar het was beter dat ik het hem precies zei.
Ik ben zéér benieuwd naar Dumay. Als dit niet het meesterwerk wordt van ‘ons soort’, zal ik me zeer ontmoedigd voelen. - Maar we gaan 17 dezer van hier. Stuur het ms. dus naar Gistoux tegen 27 Aug., als het dan klaar is.
Willink en Wilma zijn hier. Ik ontmoette ze gisteren geheel toevallig. Het is erg gezellig met hen; straks komen Jan en Atie ook nog (voor één nacht). Dan 2 ‘feestdagen’ nog en dan weg.
De kellner heeft met 5 franken op rood géén sjans gehad. Ik gaf hem die 5 frs., omdat hij met klagelijke stem kwam vertellen dat hij dien dag jarig was.
Heb je mijn klacht per briefkaart ook ontvangen? Die ging een post later van hier - ‘voor het effect’.
Nu, later meer. Hart. groeten, ook van Bep, en leve Dumay! wil ik nu al roepen. Een hand van je
E.
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag