Menno ter Braak
aan
E. du Perron
Rotterdam, 23 maart 1932
R'dam, 23 Maart '32
Beste Eddy,
Dit korte briefje stuur ik toch maar naar Bergen; het zal je daar wel treffen. Ik telefoneerde met Bouws, die de zaak zeer vervelend vindt en pertinent ontkent, dat zijn waardeering t.o.v. Uren met Dirk Coster ook maar eenigszins gewijzigd is. Voor mij heeft dit alles dezelfde katterige bijsmaak als het geval destijds met de Vrije bladen-overgang; er is een rotelement in gekomen door de negociantenhouding van Zijlstra inzake de boekuitgave van Uren, maar waardoor per saldo de verhouding Bouws-jou-(indirect: mij) niet behoeft verpest te worden. Je vrees voor ver-commercialiseering van Forum is, al
deel ik je waakzaamheid tegenover Zijlstra, per slot van rekening noch in de verschenen nummers, noch in de aangenomen copij voor de volgende nummers, realiteit. Conclusie: laten we de zaak op denzelfden voet blijven voortzetten en in vredesnaam, aangezien wij elkaar toch zeer goed begrijpen, geen mot maken voor het werkelijk principieel noodzakelijk is.
Er is bericht van Slau, dat hij niet in staat is, in de eerste maanden zijn roman te bewerken, door het dood geboren kind. Wij zullen dus in het Meinummer moeten annonceeren, dat het vervolg wordt uitgesteld. Nu komt er, is mijn idee, een uitstekende gelegenheid om al de volgende maand met Coster te beginnen. Lijkt je dat ook niet geschikt? Je stuk over Trotski zou dan nog moeten blijven liggen, omdat je anders het heele nummer ongeveer zou beslaan; maar het lijkt me gewichtiger, al in Mei met den attaque op Coster te openen. We kunnen dan alle teere punten na de vacantie verder mondeling wel behandelen. Maar ook tegenover Zijlstra ben ik zeer sterk voor: nu Coster, Bouws gaat accoord.
Prettige dagen in Bergen en hart. gr. aan Jany. hand van je
Menno
Ik ga dus morgen (Donderdag) naar Eibergen.
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag