Menno ter Braak
aan
E. du Perron
Berlijn, 28 december 1930
Berlijn 28 Dec. 1930
B.E.
In de afgeloopen week heb ik hier zonderlinge dingen gedaan, waarvan ik, voor iemand anders het hoort, jou even in kennis wil stellen. Op de gewone, au fond onhandige wijze heb ik in Berlijn SO 36 weer contact met het leven gekregen, ik bedoel op die wijze, die alleen wij theoretici kennen. Het resultaat zal zijn, dat ik ga trouwen met een Berlijnsch meisje van 18 jaar, die niets van het Carnaval begrijpt, laat staan van Barnabooth. Toch geloof ik, dat ik iets ga doen, dat zin heeft, waarom weet ik niet.
Ik moest bij de serie handelingen, die achtereenvolgens tot het doel geleid hebben, voortdurend denken: hoe zou Eddy du
Perron gedaan hebben, welke draai zou hij in deze situatie hebben genomen. Vermoedelijk zijn jou deze perikelen niet vreemd, al zal er allerlei uiterlijk verschil zijn, zooals ook tusschen ons werk, dat toch tot ‘hetzelfde’ geleid heeft. Je afwezige aanwezigheid heeft me nu ten volle duidelijk gemaakt, dat ik jou in dit tijdsgewricht als mijn beste vriend moet beschouwen; vandaar ook deze voortijdige ‘annonce’. Barnabooth lag voortdurend op mijn schrijftafel (ik zit hier in een soort nette achterbuurt n.l.), maar op zulke particuliere vragen, van zulk een dwaas persoonlijk karakter, kon hij ook niet antwoorden. Handelen, agere, is een bezopen werk voor ons, maar we moeten wel.
Volgende week is mijn adres Eibergen Holland! (komt terecht). Schrijf me eens even daarheen. Zoo gauw als mogelijk kom ik een weekend in Brussel. Een hart. groet van je
Menno
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag