Menno ter Braak (geschreven door Ant ter Braak-Faber)
aan
Nijgh & Van Ditmar
[6 oktober 1934]
Zeer geachte Mejuffr. van Dijk,
Hierbij zend ik U de rondzendenveloppe; wijzigingen behoeven niet te worden aangebracht.
Voor de gevraagde gele enveloppen sluit ik twee modellen in, die voor mijn gebruik zeer geschikt zijn, de groote voor rondzending van copy, de kleine voor gewoon gebruik. Ik had ze dan natuurlijk graag blanco en dichtplakbaar. Indien ik 50 stuks van elk krijg, ben ik geheel tevreden.
Met den Heer Zijlstra is overleg gepleegd in zake het novellen-nummer. Dit wordt nog tot December uitgesteld, daar de Heer Roelants nog bezwaren had. De derde novelle voor dat nummer sluit ik hierbij in, nl. S. Vestdijk ‘Parc aux Cerfs’.
Waar blijft het october-nummer?
Wilt U verder nog een augustus-nummer zenden aan de Heer Klaus Mann, p/a Querido Verlag, keizersgracht 333, Amsterdam.
Voor de zetterij sluit ik hier verder nog bij in voor het November-nummer: B. Roest-Crollius, een Vriendschap, en vier gedichten en vier kwatrijnen van den Heer Keuls, te Amsterdam, waarvan U het adres even aan van Vriesland moet vragen, daar ik copy via hem heb ontvangen zonder nader adres.
Met vr.gr.
Hoogachtend,
Doorslag: Den Haag, Letterkundig Museum