Menno ter Braak
aan
Ant Faber [Scheveningen]
Rotterdam, 19 december 1932
R’dam, 19 Dec.’32
Lieve Ant
Zooveel pech heb ik, al reizende, nog niet gehad! Ik miste den trein in Antwerpen, miste daardoor Greshoff aan het station, miste daardoor Roelants (die gelukkig later weer opgeduikeld werd); en den volgenden dag kregen we, rijdend met de auto van een meid van Gr., een lekke band, die ons anderhalf uur ophield, omdat de crick brak! Zoodoende liep alles in het honderd en kon ik je zelfs geen briefkaart sturen. Overigens was het bijzonder prettig; het ‘Bal des Cinémas’ was belachelijk, stampvol en gebaad in een kooktemperatuur, maar als Spektakel werkelijk heel interessant. De filmsterren zagen we haast niet, maar des te meer Belgen in allerlei formaat. Elsschot was helaas niet gekomen, zoodat ik dien legendarischen man nog voor de toekomst mag bewaren. –
Vannacht werd ik om 2 uur (!) wakker geschrikt door luid gebel; ik dacht aan allerlei rampen, maar het was... een teeder telegram van Victor! <Niet voor mij, zooals je wel begrijpt!> Dat hij doodvalle! Ik heb hem nu toch eens een ironisch briefje geschreven, met het verzoek zulke missives voortaan voor 12 uur te laten bestellen. Vermoedelijk heeft hij gedacht, dat ik nog in Brussel zat...
Ik hoop je in de vacantie een brief over ‘vorm en inhoud’ te schrijven. Nu ben ik alleen maar verlangend naar de vacantie. Ik kom zeker één van de Kerstdagen in Zutfen, schrijf je daarover uit Eibergen nader. En voor de rest: duim voor een inspiratoire periode, want ik moet schrijven.
Veel liefs, van
je Menno
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum