Ant Faber
aan
Menno ter Braak [Rotterdam]
[Zutphen], 2 maart [1932]
Woensdag 2 Maart.
Beste Menno.
Vermoedelijk zul je wel denken, dat 'k langzamerhand in de dut ben geraakt. Het tegendeel is juist. 'k Was blij met je brief.
Gistermorgen heeft het onderhoud met de dominee plaats gehad. Eindelijk! 'k Heb er 14 dagen tegen aangehangen; kinderachtig, maar ja! Z.Ed. was het in principe natuurlijk geheel met me eens, maar hoe het nu verder opgelost zal worden?
'k Weet in elk geval nu wel zeker, dat 'k niet meer naar Amsterdam terug wil en voel dit besluit op zichzelf als een bevrijding; dit heeft wel moeite gekost! Ik heb dit werk toch ook niet gekozen, omdat er niets anders was, zooals dat zoo vaak voorkomt en zie het tot slot nog net zoo, als 'k het altijd heb gezien, alleen ikzelf ben in die tusschentijd veranderd. Vader ried mij nog aan eens met Molzer (Dhr. S.M.W.) of Knappert te praten, of een andere richting te kiezen: maar dit geeft toch niets.
Het zit hem in de heele ondergrond van het werk, wat bij alle soort Maatsch. Werk hetzelfde is. Ik heb altijd gedacht, dat dit soort arbeid, wel voor mij geschikt was, maar heb tot slot moeten merken, dat ik het louter en alleen met mijn gevoelens gedaan heb, en het nu met mijn verstand steeds betrekkelijker maak. Met mijn verstand ben ik er bijna nooit bij betrokken geweest, alleen waar het gold het opmaken van de rapporten voor de Rechtbank, en dat deel van het werk heeft me vermoed ik ook altijd in de waan gebracht, dat ik het heele soort werk met m'n heele persoonlijkheid kon dekken. Ik doe het er echt als liefhebberij bij, merk ik nu, en aangezien ik me daar m'n heele leven fel tegen gekant heb (75% van alle m.w. is liefhebberij!) wil ik zelf het niet meer als mijn vak beschouwen.
Begrijp wel, daardoor is het vak niets minder! alleen je moet er voor geschapen wezen 100% en laat het anders...
(Uit dit relaas kun je opmaken, dat ik het met je definitie van intelligentie wel grootendeels eens ben.)
Verder moet ik hier nog bij vermelden, dat ik het werkelijk zeer op prijs heb gesteld, dat je op geen enkele manier eenigerlei aandrang op me hebt uitgeoefend, aangaande deze voor mij belangrijke beslissingen. Misschien vindt je dit heel gewoon, des te beter, maar het is niet gewoon (noch op het vlugger nemen van het besluit in principe, nog op een spoediger onderhoud met de Pipa).
Als je dit allemaal nog steeds werkelijk interesseert, vind ik het een ‘wonder’.
Je ‘bedankje’ aangaande het kamerbezoek, heb ik overgebracht. Naar aanleiding van het niet luisteren en niet opletten der heeren, moet je de jongens het volgende verhaal maar eens overbrengen. Het gebeurde de 2de week dat Vader in de kamer was. Na de eerste week, was hij doodop van al het luisteren, den heele dag door. Aan 't eind van de 2de week kwam Duys naast hem zitten en fluisterde hem in: ‘De historie vermeldt, dat er vroeger eens een kamerlid geweest is, die naar alles luisterde, maar die is gek geworden, ik wou je maar even waarschuwen.’
Het opstel van je leerling vind ik aardig, goed zelfs. Alleen wou ik, dat het waar was, dat alle onbeantwoorde vragen in een ijzeren bak terecht kwamen, dan was je ze kwijt. Maar die bak zit in je eigen binnenste en als hij vol is loop je meteen de kans zelf te barsten. Maar de Heere zal hem wel van gummie gemaakt hebben met daaraan verbonden de eigenschap tot het maken van peristaltische bewegingen, waardoor het evenwicht door periodieke erupties weer hersteld kan worden.
Nog wel bedankt voor de filmliga. 'k Was Donderdag in Arnhem in de bios. Zag het ‘pierement’ van Teunissen. Aardig vond ik het, verder danste het congres, wel leuk.
Verder moet ik Zaterdag toch maar naar Amsterdam. Het zal practische moeilijkheden opleveren, als ik naar den Haag ga. Ik krijg nl. vermoedelijk 2 of 3 logeés, de reis naar den Haag kan daarvoor uitgesteld, voor de ‘studieavond’ gaat alles uit de weg, zoo is de wereld! Dat wil niet zeggen, dat ik naar die studieavond ga, maar Ant heeft een studieavond en 't hangt van de omstandigheden af, of Ant daar ook inderdaad heen gaat. Verder wilde ik graag Zaterdagmiddag even naar Annie Jonkman. Ga jij dus naar den Haag voor dat bezoek. Ik kan dan ± half 6 uit A'dam gaan en jou oppikken in den Haag of jij komt in A'dam. 'k Laat het geheel aan U over, mir ist alles ein.
Schrijf je nog even, wat je besloten hebt. (Ik ben omstreeks 2 uur in A'dam). Over de ‘gemeenschap’ kan ik nog onmogelijk schrijven, 'k ben nog zeer ‘onzeker’.
Waar heb je Gross opgehangen. Op de wand bij het raam? Boven de piano zal het vermoedelijk glimmen vanwege het glas.
‘Dr. Dumay’ zal met mij reizen. Ik heb het nog niet deskundig geplakt. De zin van ‘de reeks gerechten als aaneengeschakelde liefdesverklaringen’ kan ik niet vinden en ik herinner me dat het daarna geplakt moest worden. Enfin, je ziet zelf wel.
'k Ga braaf vroeg naar bed, dus gegroet!
Tot ziens tot Zaterdag.
Hart. gr.
Ant
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum