Menno ter Braak
aan
Victor E. van Vriesland (Rotterdam)
Den Haag, 9 februari 1935
Den Haag, 9 Febr. 1935
Beste Vic
Naar aanleiding van een brief aan jou van Slauerhoff, waarvan deze mij een copie zond, deel ik je ook namens Vestdijk, met wien ik dit geval zooeven besprak, mee, dat onze houding ten opzichte van Slauerhoff's actie geheel in strijd is met de voorstelling, die Slauerhoff ervan geeft. Noch Vestdijk, noch ik hebben ooit onze instemming betuigd met Slauerhoff's plan om je als redacteur te laten vallen; integendeel, ik heb in een brief, later bevestigd door een gesprek met Slauerhoff, duidelijk uiteengezet, dat ik in die richting niet de geringste actie wil ondernemen, daar je optreden als redacteur zich steeds gekenmerkt heeft door een volkomen loyale gezindheid tegenover ons. Het is duidelijk, dat een andere houding onzerzijds buitengewoon oncollegiaal zou zijn geweest. Wat wij naar aanleiding van je beleid als redacteur van de N.R.C. met Slauerhoff vertrouwelijk hebben besproken, of beter: wat wij hem dienaangaande hebben moeten toegeven, staat o.i. principieel buiten de kwestie van aanblijven of aftreden als redacteur van Forum; immers wij zijn van meening, dat je werkzaamheid als zoodanig het best beoordeeld kan worden door ons en boevendien, dat, wat iemand, noodgedwongen, als journalist moet presteeren, in dezen geen maatstaf kan leveren. Nu Slauerhoff je buiten ons medeweten over een en ander heeft geschreven (wij beschouwen dien brief, waarin hij op een verregaand onvolledige en indiscrete wijze op eigen houtje in onzen naam optreedt, als een zaak, die hij zelf maar met je moet regelen), zijn wij natuurlijk graag bereid dit alles mondeling te bespreken om iedere dubbelzinnigheid te laten verdwijnen.
Ik zend met gelijke post een doorslag van dezen brief aan Slauerhoff, zoodat hij precies weet, wat wij met jou verhandelen. Misschien is de a.s. vergadering over de ‘Vlaamsche kwestie’ een geschikte gelegenheid om mondelinge commentaar te geven.
h.gr.
Menno
P.S. Alleen uit eigen naam (want Vestdijk is er niet meer) zou ik hier nog aan toe willen voegen, dat ik het zwakke punt in je verweer tegen Slauerhoff vind, dat je geen rekenschap van je beleid in de N.R.C. wilt afleggen. Ik geloof, dat je, door dat wél te doen, deze onmogelijke brief zoudt hebben voorkomen.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum