D.A.M. Binnendijk
aan
Menno ter Braak [Rotterdam]
Baarn, 21 december 1929
Baarn: 21/12/29
Beste Menno,
Waar zit je met de vacantie? In Zeist, in Rotterdam, in Eibergen? Overstelpende drukte van allerlei aard heeft het mij helaas onmogelijk gemaakt, je te schrijven over het ‘Carnaval’. Mijn bezwaren, naar aanleiding van hoofdstuk I geuit, blijven ook voor het heele boek gelden, echter met deze restrictie dat ook in de andere hoofdstukken fragmenten voorkomen, die zoo brandend geschreven zijn, dat ze ver boven het gewone peil van het werk uitstijgen. In het algemeen concentreert zich mijn afwijzend oordeel over het boek als totaal op het bezwaar tegen de opzet: het te zichtbaar vermengen van plastiek en betoog; en dit laatste overheerscht dermate, dat ik - mede omdat de stijl lang niet altijd van een zekere saaiheid ontbloot is - het alleen fragmentarisch kan waardeeren. De ‘Carnavalsmoraal’ heb ik met bijzondere belangstelling gelezen, maar hier heb ik helaas Havelarisme ook in de beschouwingswijze ontdekt en een dergelijke adoratie van het indifferente en vormlooze, dat mij destijds bij Van Schagen zoo tegenstond. Maar inderdaad: de oplossing is stylistisch boeiend en origineel van compositie. Het heele boek is te vrijzinnig m.i., niet in de godsdienstige beteekenis van het woord, maar in algemeenen zin.
Ik gaf op zijn verzoek den doorslag aan Henny M. eenigen tijd geleden, zoodat mij alles niet meer in finesses voor den geest staat.
En hoe gaat het met jou en Hanny? Heb je aldoor op een bericht van mij gewacht, dat ik niets van je hoorde? Op school alles in orde? Al aan een nieuw werk begonnen? Schrijf eens of kom eens een dag deze week als je tenminste in Zeist zit.
Mijn bloemlezing is naar den uitgever, komt in het voorjaar. Wat was Erts weer ‘op tijd’!!! En wat ziet dat ding er door en door vervelend uit.
Nou beste kerel, onze hartelijke groeten voor jullie beiden, en laat gauw iets hooren. (Jij schrijft toch voor D.V.Bl., over Emmy's boek?).
Een poot van
je Dirk
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum