Menno ter Braak
aan
H. Marsman
Rotterdam, 4 februari 1933
R'dam, 4 Feb. '33
B.H.
Boekjes zal ik morgen trachten uit te zoeken in mijn rommelkast en dan p.o. aan Rien opzenden.
Hartelijk dank voor je vernietigend oordeel over ‘Dumay’! Na deze hoofdstukken behoef je nu niets meer te verwachten, want deze zijn volgens Eddy (met X en XII) de beste, en daarmee kan ik me wel ongeveer vereenigen. Ik kan me overigens niet goed in je oordeel verplaatsen. Ik neem aan, dat I en II hier en daar op het huiselijke af zijn (hoewel volgens alle menschen, die ik na jouw uitspraak raadpleegde, niet à la Robbers); ook dat de materie uiterst burgerlijk is. Maar wat bedoel je met ‘zonder eenig menschelijk belang’? ‘Zonder schoonheid’ is inderdaad niet voor mij van veel beteekenis, maar het menschelijk belang wel. Consequent moet je toch ook ‘Hampton Court’ volkomen verwerpen (wat je, meen ik, niet deed), want ook dat hangt (voor jou) van ‘banaliteiten’ en ‘geesteloosheden’ aan elkaar! Stel b.v. I + III van ‘Hampton Court’ ongeveer gelijk met I en II ‘Dumay’ (zelfde flauwe kul), dan zijn toch m.i. het ‘probleem’ v. Haaften en het ‘probleem’ Donner ook van hetzelfde gehalte (volgens jou dus ook f.k.). Had je van mij een heroïsch boek verwacht? Geloof me dan, ik heb ‘Dumay’ met het hartebloed van mijn banaliteit geschreven, en expres ieder heroïsch gebaar vermeden. Misschien is het daardoor plaatselijk wat duf geworden (‘neerslachtig’, zeg je; moet een boek dan perse ‘opgewekt’ zijn?); maar ik moet toch wel heelemaal critiekloos zijn, dat ik het geval Max Donner tegenover jouw oordeel niet duf blijf vinden, zelfs dit fragment niet ‘zonder schoonheid’ ( hoewel: de schoonheid is geen eigenschap der dingen, je m'en fiche). - Voor alles interesseert het me, dat je het boek zoo voor 100% verwerpt; om de verhouding, die jij en ik tot de menschen hebben. Ik zou je
daarom één ding exact willen vragen: Waarom vind je het geval Donner niet goed? Antwoord me daar nog eens op, want ik stel dat als het m.i. beste fragment van de eerste vier hoofdstukken. Ook psychologisch; als psychologie van den in de puberteitsallure van den ‘geest’ verstarden man, bij wien de geestelijke functie een afzonderlijke bovenlaag is geworden.
Overigens: ik ben aan ‘Dumay’ gehecht, maar zie heel goed de onbelangrijke kant ervan. Het is te direct misschien overgeschreven uit mijn bestaan van hollandschen burger. De meening van de vrienden is gek. Totnogtoe ‘stemden’ overwegend voor: Eddy, Bep, Vestdijk, Ant (maar die is natuurlijk te zeer partij); overwegend tegen: Jij, Wim, Greshoff. Ik kan er geen systeem in ontdekken, en in zekeren zin doet me dat weer pleizier.
Maar al genoeg gezeverd; au suivant! Vic v. V. belde me vanmiddag op naar aanleiding van ‘De Stem’ van deze maand; er moet daarin volgens hem ‘revolverjournalistiek’ voorkomen van een zekeren ‘Spectator’. weet jij, wie dat kan zijn?
hart. gr., ook voor Rien
je Menno
N.B. De boekjes voor Rien stuur ik, onder voorbehoud, dat ik ze kan vinden! Want er zijn presentexemplaren weggedaan. In Bellevue gaat het, geloof ik, weer wat beter.
Origineel: Den Haag, Koninklijke Bibliotheek