H. Marsman
aan
Menno ter Braak (Berlijn)
[Utrecht], 24 januari 1927
Beste Menno,
Hoe vaar je? eerste indrukken goed. energiek en boeiend, die stad, maar atmosferisch rot en stijlloos. Na mijn doctoraal, wanneer?, vol schrijfplannen. Jij? ‘Cinema militans’ was práchtig. Proza van óns - al te schaarsch. Opium minder, doffer, moeizamer. Zeer benieuwd naar je Anat. Les-critiek. Zal je Paradise Regained pers. sturen. i10 veel te gearriveerd. dingen die 10 jaar her jong en levend waren, nu mat en te laat. Ik blijf erbij: een orgaan moet betreklijk homogeen zijn. zoo niet ideëel, dan toch in élan. Lees <Krijg> je de Gemeenschap nog. Als Engelman je bestrijdt zal ik het je anders sturen. (zie ingesloten knipsel.) Had je ingeteekend op Gerard Bruning? Zoo niet, dan heb ik wellicht een ex. voor je. dat stuur ik dan wel tegelijk met mijn bundel. Stel je belang in Engelmans Roosvenster, dan kan dat er - 't is nog niet uit - ook bij. - dit is maar een klets-klad. Kan geen brieven schrijven. Jammer dat we elkaar weinig zagen de laatste tijd.
Adieu, veel gr.
H.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum