Woord vooraf
Gaarne betuig ik mijn erkentelijkheid aan al degenen die bij de totstandkoming van mijn proefschrift betrokken zijn geweest. Behalve mijn promotor noem ik prof. dr. K. Busby, lic. R. van Daele, prof. dr. J.D. Janssens, dr. L.E.I.M. Jongen, mevr. drs. E. Nieboer, dr. P.W.M. Wackers en drs. R.M.T. Zemel, die de pre-definitieve versie van mijn manuscript van commentaar voorzagen. Voorts bood dr. W. Kuiper mij alle gelegenheid om het ‘Reinaert-apparaat’ te raadplegen, hielp mevr. drs. A.A.L. Bulles met het proeflezen en nam H.W. de Kooker de literatuurlijst door. De samenvatting is door mevr. dr. C.M.G. Berkvens-Stevelinck in het Frans vertaald.
Tijdens mijn onderzoek kon ik beschikken over de editoriale, tekstkritische en exegetische vruchten van meer dan honderdvijftig jaar Reinaert-filologie. Vooral J.W. Muller en prof. dr. F. Lulofs ben ik veel verplicht.
De laatste woorden vooraf wijd ik aan Ans, mijn echtgenote; in dank, om vele redenen.
Amsterdam, 2 februari 1991.