Vergeten liedjes(1909)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 42] [p. 42] Nocturne En waart gij nimmer zelf gekomen, En had geluk slechts kunnen zijn Van teêrst gemis de waterklare pijn En tegen de' achtergrond der bonte droomen Lichtschaduw van uw verren schijn, Uw zon die nimmer boven kimmelijn Rees uit oneindigheids verstilde stroomen, - Ik zie geen ander doel voor 't eenzaam wachten Der gouden dagen, der juweelen nachten, Geen inniger en dieper smaken Van de eeuwigheid in aardes brood, Geen naadren weg tot God te naken, Geen zachter peluw voor den langen dood ... In werelds tuin, tusschen Gods vaste lichten En aardes jarelijks verjongd gelaat, Hier waar in 't spel van zon en maan De wolkalleeën opengaan Tot al de spraaklooze gedichten Der hemelsche gezichten, Had ik verwacht uw dageraad: 'k Had u verwacht zooals wij beiden In dit geduld zonder verwijt En onvoorwaardelijk verblijden God wachten op zijn eigen tijd, Wij twee die samen daaglijks deelden Van liefdes boom de vrucht zoo scherp en zoet, En proefden in haar nasmaaks sidderende weelde De heerlijkheid die Hem vermoedt. Vorige Volgende