Inhoudsopgave
[Kort zij der wijzen toegespitst betoog]
[Of koning spreekt of beedlaar, maakt niet uit]
[Ik draag u 't water uit onnaakbren wand]
[O gij zoo schoon, zeg wien ge uw toekomst biedt]
[O gij, der elementen kort brevier]
[Het groene gras voert naar de waterbaan]
[Waak op: de nacht is Zijn beminde tijd]
[O schaduw die bij 't Licht nooit toegang wont]
[Bij Liefde is bedelaar gelijk met koning]
[Waar hart dat iets van Zijn geheimen raadt]
[Hoe meer wegwijs gij raakt, hoe wegverbijsterder]
[Houd op met andren om bescheid te plagen]
[Kweek niet uw vleesch tot opstand, noch verlam]
[Bodemloos gaapt de put der wereld open]
[In aandrift naar den hemel bloeide ik open]
[Eerst in den mensch heeft Hij aan 't licht geleid]
[Alom is Eden, waar Liefs aanschijn straalt]
[O huis van 't hart, Gods uitverkoren steê]
['t Heelal zingt luid: Daar is geen God als Hij]
[Denzelfden hemel vragen wij van Hem]
[Wat zij op school elkander onderrichten]
[De minnaar die geen thuis heeft en geen schuur]
[Dees wereld lokkend met begoocheling]
[Wie loochent dat het leedge kan bestaan]
[Die u beschonk met kroon en koningsmacht]
[Die dag en nacht in rijkdom weelde plengt]
[Al stond uw naam in Hemels Boek geschreven]
[Niet vóor ge u keert van lust en lustverdichten]
[Waanzin maakt al geduld en rust te schand]
[De lentewind zwol van Uw roken zoet]
[Heere, wat ik als bedelaar durf wagen]
[Mijn hart gaat krom van leed - vergeef, en vraag niet]
[Al mijn verzucht'ngen blijven onvervuld]
[In 't land waar 'k kind was, weet ik elken steen]
[Handen en voeten hebt gij twee, twee oogen]
[Die groot is, maakt zich klein zonder verneedring]
[Gij zoekt het doel? 't Komt op twee stappen aan]
[Mijd al vertoon. Hij die gelooft, bedrijft]
[O vooze weerld, waar geen geloof of recht is]
[De helderziende ziet in andren meer]
[Minnen en achterhouden gaat niet saam]
[Verlief op goud nooit: zijn bezit laat bang]
[Kocht men u, roos, voor meer dan goud, voor 't leven]
[Al werk voleindigd, alle vrucht voldragen]
[Te zeer Uw mindre ben 'k om meê te spreken]
[Waar op den weg een straal viel van Uw oogen]
[In 't hart van 't vuur, daar 'k rozenolie klaarde]
[Aan 't eind van 't pad dat wegwijkt naar 't verschiet]
[Der Liefde diepten heeft geen lood gepeild]
['t Bindgaren van 't verstand heb ik verbroken]
[God-lof niet levenddood, mag 'k van Zijn wijn]
[Bouwvallig raakt het hart en onderwoond]
[Schouw welkom alle schepsel dat ge ontmoet]
[Hoe snood uw naaste zij van woord en daad]
[De leerling in zijn ongeduldgen vlijt]
[Die uit al wegen Gods weg heeft verkozen]
[Kennis van God is alles wat gij slijt]
[Naar Uw gelaat alleen gaat 's harten tocht]
[Zou ons Gods oordeel in het eind niet zichten]
[Ik vastte en kneep mijn keel gelijk een vrek]
[Minnaar en monn'k verzucht om U in kwalen]
[O Gij die rijst als zon voor 't oog van allen]
[O Gij wiens liefde in kleur van bloemen breekt]
[Zoo heimlijk, zoo klaarblijklijk niets als Gij]
[Éen oogopslag -: cypres en wilg verdaan]
[Zoolang het bloed mijn lijf warmt, zal 'k den Vriend]
[Nooit laat mijn hand den zoom van Zijn gewaad]
[Als eindelijk de Meester zal verschijnen]
[Uw kwalen tel niet: uw heelkruid ben Ik]
[Die van Uw Liefde de belijders waren]
[Wat ziel, gelaafd uit Liefdes eeuwge wel]
[In Uw genade drong nooit kwezel door]
[Uw levensoogst ging op in Liefdes ramp]
[Hoe houdt gij 't uit, schijnheilge zelfvoldaan]
[Wel wie zich uitvond en zich blijft gelijk]
[Of mededwazen u voor deugdzaam loven]
[Eens kon geen spijs of slaap uw zijn begrooten]
[Al smaakt gij werelds lusten heel uw leven]
[De melodie beluistrend schrikt het blinde]
[Zoolang ge uw hart aan aarde of hemel bindt]
[Geef Liefdes schoonheid toe, zoo ge eerlijk zijt]
[Die Gods wijn dronk tot Hem zijn oogen zagen]
[Al leeft gij eeuwen, uit al lust en kwelling]
[Niet in ons macht staat het verloop der dingen]
[Die met de Liefste in wezen en gedachten]
[Wat ook de rede ontkenn', de volheid van]
[De arbeid des menschen ligt hier in het kwade]
[Bij Liefdes wijn die is onsterflijkheid]
[De minnaar, naar al minnaren belijden]
[Zoolang uw hoofd nog op uw schouders staat]
[Waar vind ik éen hartstochtverteerde als vriend]
[O tuin, o kooi van deze wereldzaal]
[Dan zal, wanneer Uw schoonheid komt verrezen]
[Taan nimmer in uw vriendschap, in uw lach]
[In Liefdes heilige wordt ingeleid]
[Van dit kompas is Liefde 't middelpunt]
[Dit is mijn hoog geluk dat geen seconde]
[Een pleisterplaats na werelds dagereis]
[Die zijn trouw deel van tranen heeft gekregen]
[Gistren kwam 'k hier, en heb niets afgedaan]
[Niet veel is 't wat de wereld om u gaf]
[Éen stap vóor 't eind, en zaden ongeteld]
[Alleen en voor eenelk verstoken, schrei ik]
[Genade zwijgt: de tuin ligt herfstbeloken]
[Met inzicht maakt zich Liefdes eedgenoot]
[Ik ken geen zorgen meer om mijn en dijn]
[Achter den wijze, in Gods vizioen verzonken]