dacht ik dat hiermede de zaak van de baan was. Doch bij een volgende ontmoeting kwamen wij, eigenlijk onverwachts, tot een zuivere ons beiden bevredigende oplossing. Ik had lang over Uw opzet nagedacht als over iets onuitvoerbaars, maar toen Gij weêr met Uw onveranderde voorstellen en dezelfde tallooze verzennamen voor den dag kwaamt, ging mij plotseling een licht op: - Ik geloof, zeide ik, dat het mij thans duidelijk wordt waar Uw uitgeversspeurzin op uitgaat, en ik denk dat ik U hierbij zelfs gereede medewerking zou kunnen bieden. Uw bedoeling is, lijkt mij, in het licht te geven een soort vademecum ten gebruike van de vele honderden Nederlanders die geen gelegenheid hebben zich naast hun dagelijksche bezigheden in de vaderlandsche letterkunde te verdiepen, maar voor wie bij wege van muziek of van de tallooze schoolbloemlezingen een gedeelte van mijn werk in hun ontvankelijke jeugd een gemeengoed is geworden, dat zij liefst in een klein bestek ter raadpleging bij de hand wenschen te hebben. Ik zelf, die deze bijdragen in den loop der jaren geleidelijk ter correctie onder oogen heb gekregen, kan U met vreugde in deze bijstaan en de geregeld opgenomen poëmen aangeven... - Maar dat is juist wat ik bedoelde en niet opgehouden heb telkens voor te stellen! - Maar niet met zooveel woorden op den man, of liever op de bloemlezing, af!
En zoo is vanzelf deze ‘Gegeven Keur’ tot stand gekomen, waarbij beperking in de eerste plaats een vereischte bleek. Alleen de veelvuldigst bekend gemaakte verzen zijn opgenomen.
Met vriendelijken groet Uw dw.
Den Haag, 6 Juni 1942