| |
Gebeden voor de regeerders en de vrede der volkeren
Door de gemeenschap der Kerk worden wij verrijkt met eeuwige goederen en maakt Gods genade ons waardig deel te hebben aan het hemels koninkrijk. De gemeenschappen der aarde echter, welke wij staten noemen, zijn onmiddellijk slechts gericht op het tijdelijk welzijn der onderdanen. Kerk en staat hebben naar hun wezen niets gemeen; dit is de zin van dat enige woord hetwelk de Heer over de verhouding tussen God en regeerders, dus tussen Godsrijk en aardse staat, heeft gesproken: ‘Geeft den keizer wat den keizer toekomt, en geeft God wat God toekomt’ (Mt. 22, 21). De apostel Paulus geeft ons de reden hiervan als hij ons vermaant dat wij het rechtmatige gezag moeten gehoorzamen, ‘want alle gezag komt van God en ook het thans bestaande gezag is verordend door God; wie zich dus verzet tegen het gezag, verzet zich tegen de verordening van God, en de weerspannigen zullen hun veroordeling belopen.... Het is dus noodzakelijk dat men zich onderwerpt, niet alleen om de straf, maar ook uit plichtsbesef’ (Rom. 13, 1-2 en 5). Sint Petrus zei het korter toen hij den gelovigen de les van den wijzen man inscherpte: ‘Vreest God, eert den koning’ (1 Petr. 2, 17; vgl. Spr. 24, 21).
Nimmer spreekt de Kerk zich uit over vraagstukken van practisch staatsbeleid, als over de vraag welke regeringsvorm de voorkeur verdient. Zij leert slechts dat ook de staatkunde gehou- | |
| |
den is de voorschriften der zedenwet te volgen. En daarom vraagt zij de christenen er aan mede te werken dat de regeringsvorm werkelijk de uitdrukking zij van de door God aan de regeerders verleende macht: dat dit bestuur de Kerk dus vrijheid laat het Evangelie te verkondigen, en dat het, daar het eerbied behoort te hebben voor de waardigheid van den mens, vooral diens hoogste waardigheid zal eerbiedigen welke is gelegen in de roeping aller mensen tot het eeuwige rijk van God. En steeds heeft de Kerk haar kinderen ingescherpt dat zij, hoe verheven de waardigheid der aardse machthebbers moge zijn, God meer moeten vrezen dan den keizer.
De aardse macht der regeerders is een afglans van de algemene macht van den Schepper en van het koningschap van Christus (vgl. bladz. 921). Vele koningen en machthebbers hebben dit begrepen en enkelen van hen vereren wij, ook om hun hoge opvatting van het koningschap, onder het getal van Gods heiligen, als sint Lodewijk van Frankrijk, sint Hendrik van Duitsland, sint Eduard van Engeland en sint Ferdinand van Spanje. Gelukkig het volk dat onder zulke vrome regenten er toe wordt gebracht de christelijke deugden te beoefenen en de aardse goederen te gebruiken om daardoor de hemelse te beërven. Meestentijds is het echter maar al te duidelijk, dat de boze vat heeft kunnen krijgen op de aardse machten. Zelfs bij regeerders en volkeren die zich christelijk noemen, heeft de liefde voor alle mensen somtijds plaats gemaakt voor hoogmoed en heerszucht; en geen groter ergernis kunnen regeerders en machtigen geven dan wanneer zij rechtvaardigheid noemen wat in werkelijkheid hebzucht is. Nergens voelen wij zo schrijnend dat wij pelgrims zijn op een aarde waar ook de boze zijn invloed doet gelden, als in het maatschappelijke en politieke leven der volkeren.
Als wij bidden voor de regeerders en voor de volkeren, dan vragen wij dat God dit werk van den boze teniet wil doen. Wij vragen dat God de machthebbers der staten moge verlichten en sterken, opdat de volkeren geleid worden op de weg van liefde en gerechtigheid en in ware vrede en veiligheid gemakkelijker het rijk des hemels kunnen zoeken. Wij vragen dat voor de zwakken de ergernis wordt weggenomen, opdat niets hen verhindert op te zien naar het enige Licht dat de duisternissen der wereld is komen verlichten.
TREK tot U, Heer, de harten van koningen, van regeerders en van hen die aan het hoofd der legers staan; opdat zij, overeenkomstig uw wil hun bestuur uitoefenend, hun tegenstanders vrees inboezemen, doch tegenover uw Kerk vredelievend en welwillend zijn, en zachtmoedig jegens hen, die onder hun macht zijn gesteld. Geef geduld aan wie de armen weldoen, en vreugde aan hen die vreemdelingen opnemen. Schenk uw gaven aan een ieder volgens de voor hem vastgestelde maat en naar hetgeen hij in zijn omstandigheden behoeft, en geef aan allen
| |
| |
vreugde zonder droefheid. Bevrijd ons, Heer, van hongersnood en dodelijke ziekten, van aardbevingen en troebele tijden, van alle kwaad en alle rampen, van invallen der barbaren, van bittere gevangenschap, van volksoproer en burgeroorlog. Geef ons ook, dat wij in goede gezindheid en rustige zekerheid des harten uw geboden omhelzen, omdat Gij goed zijt en vol van ontferming.
Wees indachtig, Heer des vredes, uw ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk, welke over geheel de aarde is verbreid, en zegen alle volkeren en landen. Stort in ons hart de hemelse vrede uit, maar geef ons ook in uw goedheid de vrede van dit leven. Sier de rechtgelovige koningen, de ministers, de legers en hun aanvoerders, al onze landgenoten en de naburige volkeren met de volheid van uw vrede. Koning des vredes, die ons alles hebt geschonken, schenk ons ook uw vrede. Bezit ons als uw eigendom, God onze Heiland; want buiten U kennen wij geen god, en uw heilige Naam roepen wij over ons af. Mogen onze zielen leven hebben door uw Heiligen Geest, en moge de heerschappij des doods verre blijven van ons, uw dienaren, en van geheel uw volk.
| |
Gebed van den heiligen paus Clemens
Wij bidden U, Heer, wees onze helper en beschermer. Red onder ons hen die in druk verkeren, heb medelijden met de geringen, richt de gevallenen op, kom de armen te hulp, genees de zieken, breng de dwalenden van uw volk weer op de goede weg; geef voedsel aan wie honger lijden, bevrijd onze gevangenen, doe de zwakken opstaan en vertroost de kleinmoedigen. Mogen alle volkeren U erkennen, dat Gij de enige God zijt en Jesus Christus uw Zoon, en wij uw volk en de schapen uwer weide.
Geef eendracht en vrede aan ons en aan allen die de aarde bewonen, zoals Gij die gegeven hebt aan onze vaderen die U vroom hebben aangeroepen in geloof en waarheid; want wij zijn gehoorzaam aan uw almachtige en voortreffelijke Naam, zoals ook aan onze overheden en regeerders op aarde.
Gij immers, Heer, hebt hun het regeringsgezag verleend krachtens uw verheven en onuitsprekelijke macht, opdat wij in de erkenning dat zij hun eer en waardigheid van U hebben ontvangen, ons aan hen zouden onderwerpen, in niets ons verzettend tegen uw wil. Geef hun, Heer, gezondheid, vrede, eendracht en standvastigheid, opdat zij het hun door U verleende gezag zonder tekortkomingen uitoefenen. Want Gij, Heer, hemelse Koning der eeuwen, geeft aan de zonen der mensen roem, eer en macht over hetgeen op aarde is. Richt Gij, Heer, hun besluiten vol- | |
| |
gens hetgeen goed en welgevallig is in uw ogen, opdat zij vreedzaam en zachtmoedig het hun door U gegeven gezag uitoefenen, en zo genade bij U mogen vinden.
Gij, die alleen in staat zijt dit en nog groter goed onder ons te verrichten, U prijzen wij door den hogepriester en heer onzer zielen, Jesus Christus, door wien U eer is en heerlijkheid, nu en in alle geslachten, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
| |
Voor een christen vorst
Wij vragen, almachtige God, dat uw dienaar (dienares) N., onze koning (koningin), die door uw ontferming het bestuur over het rijk heeft ontvangen, ook vermeerdering van alle deugden verwerve; om, hiermede waardig gesierd, de wangedrochten van ondeugden te ontwijken en in welgevallen te komen tot U, die de weg zijt, de waarheid en het leven. Door Christus onzen Heer.
Reik, Heer, vragen wij, aan uw dienaar (dienares), onze(n) koning (koningin) N., de rechterhand van uw hemelse bijstand; opdat hij (zij) U zoeke uit geheel zijn (haar) hart en verwerve wat hij (zij) U op waardige wijze vraagt.
God, aan wien alle macht en waardigheid onderdanig is, geef aan uw dienaar (dienares), onze(n) koning (koningin) N., een voorspoedige regering; moge hij (zij) U daarin altijd vrezen en U voortdurend zoeken te behagen. Door Christus onzen Heer.
| |
Voor eendracht tussen de maatschappelijke klassen
Mogen rijken zowel als armen naar U uitzien, Heer, als naar den gever van hun heil; mogen zij tezamen luisteren naar uw geboden, en tezamen zich beijveren die te volbrengen. Geen verderfelijke dwalingen mogen hen gescheiden houden, opdat de lering des levens niet voor sommigen ten leven zij en voor anderen ten dode. Daarom, Heer, breng tezamen wie door tegenstellingen zijn verdeeld, en laat niet toe dat de eenheid der Kerk door hen wordt verscheurd; maar geef dat allen bereidwillig luisteren naar de prediking des geloofs, welke de belofte bevat van de volheid der genade.
Almachtige Heer, zie uit de hemel neer op uw Kerk, welke uw volk is en uw kudde; maak ons allen, uw onwaardige dienaren, zalig, en geef ons uw vrede, uw liefde en uw bijstand. Stort over ons uit het geschenk van uw alheiligen Geest; opdat wij elkaar begroeten met een zuiver hart en met een goed geweten, niet in list of veinzerij, niet met aanzien des persoons, maar zonder vlek of smet, in één geest, in de band van vrede en liefde, één lichaam en één geest, in één geloof,
| |
| |
gelijk wij ook geroepen zijn in de éne verwachting onzer roeping; opdat wij allen komen tot de heilige en onbegrensde liefde in Christus Jesus onzen Heer; met wien Gij gezegend zijt, tezamen met uw alheiligen, goeden en levendmakenden Geest, nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
| |
Voor de vrede
* Geef vrede, Heer, in onze dagen; want niemand is er die voor ons strijdt, tenzij Gij, onze God.
℣. Vrede zij binnen uw sterkte. ℟. En overvloed binnen uw torens.
Laat ons bidden. - God, uit wien de heilige verlangens, de goede voornemens en de rechtvaardige werken zijn, geef aan uw dienaren die vrede welke de wereld niet geven kan; opdat onze harten gericht zijn op uw geboden, de vrees voor de vijanden worde weggenomen, en wij onder uw bescherming rustige tijden beleven. Door Christus onzen Heer. Amen.
* God, bewerker en minnaar van de vrede, U kennen is leven en U dienen is heersen; behoed ons, uw smekelingen, tegen alle aanvallen, opdat wij, die vertrouwen op uw bescherming, geen vijandig wapengeweld behoeven te vrezen. Door Christus onzen Heer.
Christus, vrede des hemels en grote rust der aarde, maak dat uw rust en uw vrede wonen in de vier hoeken der wereld, vooral in uw heilige katholieke Kerk. Doe de oorlogen wijken van de grenzen der aarde, en verspreid de volkeren die de oorlog willen; opdat wij in rust en vrede in onze woonplaatsen kunnen toeven, in ingetogenheid en vreze van God.
U zij eeuwige heerlijkheid, almachtige Heer Jesus Christus, wiens lofprijzing ononderbroken voortduurt in de hemel en op aarde, daar U immers in den hoge ere wordt toegezongen en op aarde aan de mensen vrede wordt verkondigd. Geef ons, uw dienanaren, en geheel uw biddend volk, vragen wij, een goede wil; reinig ons van alle zonden en geef ons en uw volk in uw goedheid voortdurende vrede.
* Heer Jesus Christus, die aan uw apostelen gezegd hebt: ‘Mijn vrede laat ik u, mijn vrede geef Ik u, niet echter zoals de wereld die geeft, geef Ik hem u’, zie niet naar onze zonden maar naar uw verdiensten, en geef aan al uw dienaren dat zij, die de almachtige Vader heeft geschapen en bestuurt, die Gij door uw kostbaar bloed hebt vrijgekocht en hebt voorbestemd voor het eeuwige leven, allen elkaar liefhebben uit geheel hun hart om wille van U, één worden van hart en zich in uw voortdurende vrede verheugen. Heer Jesus Christus, van wien de profeet heeft voorzegd: ‘Alle koningen der aarde zullen Hem aanbidden, en alle volkeren zullen Hem dienen’,
| |
| |
breid uw heerschappij uit over geheel het mensdom. Stort over alle mensen het licht uit van uw geloof, bevrijd hen uit de boeien van hun hartstochten, en richt hun verlangens op de hemel. Geef in uw goedheid dat de staten en volkeren verenigd worden door uw onbevlekte bruid de heilige Kerk, en dat zij, op voorspraak van de heilige Maagd Maria, de Koningin des vredes, U in ootmoed dienen. Mogen alle talen en volken zich verenigen tot één koor, dat bij dag en bij nacht U looft en zegent en verheerlijkt, U, den Koning en Heerser der volkeren, den Vorst des vredes, den onsterfelijken Koning der eeuwen. Amen.
| |
Voor de broederschap onder de volkeren
Almachtige God, die de Vader zijt van alle mensen op aarde, wij bidden U uit geheel ons hart uw kinderen te weerhouden van de wreedheden van de oorlog, en de volkeren te leiden op de weg des vredes. Leer ons aan alle bitterheid en misverstand te verzaken, opdat wij, tezamen met alle broeders van den Zoon des mensen, verenigd mogen worden tot een ware gemeenschap der volkeren, onder de voortdurende heerschappij van dien Vorst des vredes, die met U leeft en heerst in de gemeenschap van den Heiligen Geest, in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
|
|