zoals Gij bij het einde van uw passie aan het kruis hebt gehangen. Ik wil de druppels van uw kostbaar bloed opvangen in mijn mond. O heilige offergave, die de poorten van de hel hebt vernietigd en aan uw gelovigen de deur van het hemelrijk hebt geopend. O gewicht van onze losprijs, gewogen aan de weegschaal van het kruis, waardoor de oude eiser de schuldbrief van onze zonde tot zijn woede ziet verscheurd. Met mijn inwendige ogen beschouw ik, mijn Verlosser, hoe Gij met nagels aan het kruis zijt gehecht. Ik zie hoe Gij bloedt uit tal van verse wonden. Ik hoor U met luide stem tot den rover zeggen: Heden zult gij met Mij zijn in het paradijs. Bij dit mysterie van uw heilbrengende passie en dood smeek ik U dan, bij dit geheim van onze verlossing bezweer ik U onder tranen: verdrijf mij niet, gelijk ik verdien, uit de gemeenschap van uw uitverkorenen, maar geef mij met dien zaligen rover een plaats in de heerlijkheid van het paradijs. Verzegel, Heer, mijn ziel met het stempel van dit heilig kruis, zuiver mij door zijn kracht. Door dit kruis verdedig mij als uw onvervreemdbaar bezit, opdat de vijand nimmer enig recht op mij moge doen gelden, en opdat ik, als Gij wederkomt ten oordeel en dit kruis als het teken van uw goddelijke majesteit aan de hemel verschijnt, met zijn merk moge zijn gestempeld en zo, gelijkend op U in uw lijden, deel moge hebben aan de heerlijkheid van uw verrijzenis.