| |
Gebeden bij de maaltijd
Voor de maaltijd vragen wij God ons voedsel te willen zegenen. Want geen onverschillige handeling is de maaltijd van den christen. God vraagt dat we ons lichaam in stand houden om Hem zo te kunnen dienen. De Apostel vermaant ons: ‘Of gij eet of drinkt of iets anders doet, doet alles ter ere Gods’ (1 Cor. 10, 31).
Wij danken God voor spijs en drank omdat het zijn geschenken zijn. Hij geeft ze ons van de overdaad zijner schepping. Hierom moeten wij eerbied hebben voor ons voedsel. En de christen bedenkt bovendien, hoe Christus spijs en drank heeft geheiligd door bij het Avondmaal een deel van het brood en de wijn om te vormen tot de geheimzinnige offerspijs van de Nieuwe Wet.
Als wij met anderen aan tafel zijn, denken wij er aan hoe Christus ook daar in ons midden is, evenals bij het bruiloftsmaal te Kana en bij de laatste maaltijd met zijn apostelen; of hoe Hij plotseling te midden van zijn leerlingen verscheen, toen zij een week na zijn verrijzenis aan tafel waren gezeten. Zo wordt iedere maaltijd een feest van onderlinge liefde en worden de hulpvaardigheid en bescheidenheid, die de wellevendheid der wereld van ons vraagt, uitingen van liefde tot den naaste. Dan gaan wij niet alleen aan tafel om te eten en te drinken, maar om de onderlinge liefde en vriendschap te dienen die allen in Christus verbindt. Voor kwaadsprekerij is aan zulk een maaltijd geen plaats.
| |
| |
Het is een goede gewoonte vóór of tijdens de maaltijd een gedeelte voor te lezen uit de heilige Schrift of uit een stichtelijk boek. De christen leeft immers niet alleen van brood, maar van ieder woord dat komt uit Gods mond. (Op feestdagen kan men voor deze lezing gebruik maken van de inleiding en de teksten der overwegingen, welke in dit boek zijn opgenomen.)
Is een priester aanwezig, dan zullen wij hem altijd uitnodigen om de zegen te spreken.
| |
De grote liturgische tafelgebeden
In het Brevier lezen wij de volgende tafelgebeden, welke in de kloosters worden gezegd. Zij kunnen gebeden worden als een priester aanwezig is.
| |
Voor het middagmaal
De priester begint:
ZEGENT. |
BENEDICITE. |
℟. Zegent. |
℟. Benedicite. |
℣. Aller ogen |
℣. Oculi omnium |
℟. Zien naar U uit, o Heer, en Gij geeft hun voedsel te rechter tijd. Gij opent uw handen en verzadigt al wat leeft met uw zegen. |
℟. In te sperant, Domine, et tu das escam illorum in tempore opportuno. Aperis tu manum tuam, et imples omne animal benedictione. |
℣. Eer aan den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest. |
℣. Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto. |
℟. Zoals het was in het begin, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen. |
℟. Sicut erat in principio, et nunc et semper, et in saecula saeculorum. Amen. |
℣. Heer, ontferm U over ons. |
℣. Kyrie, eleison. |
℟. Christus, ontferm U over ons. |
℟. Christe, eleison. |
℣. Heer, ontferm U over ons. |
℣. Kyrie, eleison. |
Onze Vader... (in stilte) |
Pater noster... (secreto) |
En leid ons niet in bekoring, |
Et ne nos inducas in tentationem, |
℟. Maar verlos ons van het kwade. |
℟. Sed libera nos a malo. |
|
Laat ons bidden. - Heer, zegen ons en deze gaven, die wij van uw mildheid zullen ontvangen. Door Christus onzen Heer. |
Oremus. - Benedic, Domine, nos et haec tua dona, quae de tua largitate sumus sumpturi. Per Christum Dominum nostrum. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
In de kloosters vraagt hij, die tijdens de maaltijd de lezing zal verrichten, hier de zegen. Ook in andere gevallen kan een van de aanwezigen hier aan den priester de zegen vragen en vervolgens iets voorlezen uit de heilige Schrift of een geestelijk boek, ofwel het volgend kapittel lezen.
| |
| |
Jube, domne, benedicere. |
Geef uw zegen, heer. |
Benedictio. Mensae caelestis participes faciat nos rex aeternae gloriae. |
Zegen. De Koning van de eeuwige heerlijkheid make ons deelgenoten van het hemelse gastmaal. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
Capitulum (1 Cor. 10, 31). Sive manducatis, sive bibitis, sive aliud quid facitis: omnia in gloriam Dei facite. Tu autem, Domine, miserere nobis. |
Kapittel (1 Cor. 10, 31). Hetzij gij eet of drinkt, hetzij gij iets anders doet: doet alles ter ere Gods. Gij, Heer, ontferm U over ons. |
℟. Deo gratias. |
℟. Gode zij dank. |
| |
Na het middagmaal
CONFITEANTUR tibi, Domine, omnia opera tua, |
DAT al uw werken U loven, Heer, |
℟. Et sancti tui benedicant tibi. |
℟. En al uw heiligen U prijzen. |
℣. Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto. |
℣. Eer aan den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest. |
℟. Sicut erat in principio, et nunc et semper, et in saecula saeculorum. Amen. |
℟. Zoals het was in het begin, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen. |
℣. *Agimus tibi gratias, omnipotens Deus, pro universis beneficiis tuis: Qui vivis et regnas in saecula saeculorum. |
℣. *Almachtige God, wij danken U voor al uw weldaden; die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
Vervolgens wordt de psalm Miserere, bladz. 107, of (op feestdagen altijd) psalm 116 gebeden:
* Laudate Dominum omnes gentes, laudate eum omnes populi. |
* Looft den Heer, alle gij natiën; looft Hem, alle gij volken. |
Quoniam confirmata est super nos misericordia ejus, et veritas Domini manet in aeternum. |
Want bevestigd is over ons zijn ontferming, en de trouw des Heren blijft in eeuwigheid. |
Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto. |
Eer aan den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest. |
Sicut erat in principio, et nunc et semper, et in saecula saeculorum. Amen. |
Zoals het was in het begin, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen. |
℣. Kyrie, eleison. |
℣. Heer, ontferm U over ons. |
℟. Christe, eleison. |
℟. Christus, ontferm U over ons |
| |
| |
℣. Heer, ontferm U over ons. |
℣. Kyrie, eleison. |
Onze Vader... (in stilte) |
Pater noster... (secreto) |
En leid ons niet in bekoring, |
Et ne nos inducas in tentationem, |
℟. Maar verlos ons van het kwade. |
℟. Sed libera nos a malo. |
℣. Milddadig deelt Hij uit aan de armen. |
℣. Dispersit, dedit pauperibus. |
℟. Zijn gerechtigheid blijft in eeuwigheid. |
℟. Justitia ejus manet in saeculum saeculi. |
℣. Prijzen wil ik den Heer te allen tijde. |
℣. Benedicam Dominum in omni tempore. |
℟. Altijd is zijn lofzang in mijn mond. |
℟. Semper laus ejus in ore meo. |
℣. Mijn ziel zal roemen in den Heer. |
℣. In Domino laudabitur anima mea. |
℟. Bedrukten zullen het horen en zich verheugen. |
℟. Audiant mansueti et laetentur. |
℣. Verheerlijkt met mij den Heer. |
℣. Magnificate Dominum mecum. |
℟. Laat ons tezamen zijn Naam verheffen. |
℟. Et exaltemus nomen ejus in idipsum. |
℣. De Naam des Heren zij gezegend. |
℣. Sit nomen Domini benedictum. |
℟. Van nu af tot in eeuwigheid. |
℟. Ex hoc nunc, et usque in saeculum. |
℣. Gewaardig U, Heer, allen, die ons weldoen om wille van uw Naam, te vergelden met het eeuwige leven. |
℣. Retribuere dignare, Domine, omnibus nobis bona facientibus propter nomen tuum vitam aeternam. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
℣. Zegenen wij den Heer. |
℣. Benedicamus Domino. |
℟. Gode zij dank. |
℟. Deo gratias. |
℣. Dat de zielen der overleden gelovigen door de barmhartigheid van God rusten in vrede. |
℣. Fidelium animae per misericordiam Dei requiescant in pace. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
| |
Voor het avondmaal
ZEGENT. |
BENEDICITE. |
℟. Zegent. |
℟. Benedicite. |
℣. De armen zullen eten |
℣. Edent pauperes |
℟. En worden verzadigd; die den Heer zoeken, zullen Hem loven, en hun hart zal leven in eeuwigheid. |
℟. Et saturabuntur, et laudabunt Dominum, qui requirunt eum: vivent corda eorum in saeculum saeculi. |
℣. Eer aan den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest. |
℣. Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto. |
| |
| |
℟. Sicut erat in principio, et nunc et semper, et in saecula saeculorum. Amen. |
℟. Zoals het was in het begin, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen. |
|
℣. Kyrie, eleison. |
℣. Heer, ontferm U over ons. |
℟. Christe, eleison. |
℟. Christus, ontferm U over ons. |
℣. Kyrie, eleison. |
℟. Heer, ontferm U over ons. |
Pater noster... (secreto) |
Onze Vader... (in stilte) |
Et ne nos inducas in tentationem, |
En leid ons niet in bekoring, |
℟. Sed libera nos a malo. |
℟. Maar verlos ons van het kwade. |
|
Oremus. - Benedic, Domine, nos et haec tua dona, quae de tua largitate sumus sumpturi. Per Christum Dominum nostrum. |
Laat ons bidden. - Heer, zegen ons en deze gaven, die wij van uw mildheid zullen ontvangen. Door Christus onzen Heer. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
Evenals bij het middagmaal kan hier een langere of kortere lezing volgen.
Jube, domne, benedicere. |
Geef uw zegen, heer. |
|
Benedictio. Ad coenam vitae aeternae perducat nos Rex aeternae gloriae. |
Zegen. De Koning der eeuwige heerlijkheid geleide ons tot het avondmaal van het eeuwig leven. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
|
Capitulum (Rom. 14, 17). - Non est enim regnum Dei esca et potus: sed justitia, et pax, et gaudium in Spiritu Sancto. Tu autem, Domine, miserere nobis. |
Kapittel (Rom. 14, 17). - Het koninkrijk Gods immers bestaat niet in spijs of drank, maar in gerechtigheid en vrede en vreugde in den Heiligen Geest. Gij, Heer, ontferm U over ons. |
℟. Deo gratias. |
℟. Gode zij dank. |
| |
Na het avondmaal
MEMORIAM fecit mirabilium suorum, misericors et miserator Dominus. |
EEN gedachtenis van zijn wonderen heeft Hij gesticht, de barmhartige en genadige Heer. |
℟. Escam dedit timentibus se. |
℟. Hij gaf voedsel aan hen die Hem vrezen. |
℣. Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto. |
℣. Eer aan den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest. |
℟. Sicut erat in principio, et nunc et semper, et in saecula saeculorum. Amen. |
℟. Zoals het was in het begin, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen. |
℣. Benedictus Deus in do- |
℣. Gezegend is God in zijn ga- |
| |
| |
ven en heilig in al zijn werken; die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. |
nis suis, et sanctus in omnibus operibus suis: Qui vivit et regnat in saecula saeculorum. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
Vervolgens wordt psalm 116 gebeden:
* Looft den Heer, alle gij natiën; looft Hem, alle gij volken. |
* Laudate Dominum, omnes gentes; laudate eum, omnes populi. |
Want bevestigd is over ons zijn ontferming; en de trouw des Heren blijft in eeuwigheid. |
Quoniam confirmata est super nos misericordia ejus; et veritas Domini manet in aeternum. |
Eer aan den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest. |
Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto. |
Zoals het was in het begin, en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen. |
Sicut erat in principio, et nunc et semper, et in saecula saeculorum. Amen. |
|
℣. Heer, ontferm U over ons. |
℣. Kyrie, eleison. |
℟. Christus, ontferm U over ons. |
℟. Christe, eleison. |
℣. Heer, ontferm U over ons. |
℣. Kyrie, eleison. |
Onze Vader... (in stilte) |
Pater noster... (secreto) |
En leid ons niet in bekoring, |
Et ne nos inducas in tentationem. |
℟. Maar verlos ons van het kwade. |
℟. Sed libera nos a malo. |
℣. Milddadig deelt Hij uit aan de armen. |
℣. Dispersit, dedit pauperibus. |
℟. Zijn gerechtigheid blijft in eeuwigheid. |
℟. Justitia ejus manet in saeculum saeculi. |
℣. Prijzen wil ik den Heer te allen tijde. |
℣. Benedicam Dominum in omni tempore. |
℟. Altijd is zijn lofzang in mijn mond. |
℟. Semper laus ejus in ore meo. |
℣. Mijn ziel zal roemen in den Heer. |
℣. In Domino laudabitur anima mea. |
℟. Bedrukten zullen het horen en zich verheugen. |
℟. Audiant mansueti et laetentur. |
℣. Verheerlijkt met mij den Heer. |
℣. Magnificate Dominum mecum. |
℟. Laat ons tezamen zijn Naam verheffen. |
℟. Et exaltemus nomen ejus in idipsum. |
℣. De Naam des Heren zij gezegend. |
℣. Sit nomen Domini benedictum. |
℟. Van nu af tot in eeuwigheid. |
℟. Ex hoc nunc, et usque in saeculum. |
| |
| |
℣. Retribuere dignare, Domine, omnibus nobis bona facientibus propter nomen tuum vitam aeternam. |
℣. Gewaardig U, Heer, allen, die ons weldoen om wille van uw Naam, te vergelden met het eeuwig leven. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
|
℣. Benedicamus Domino. |
℣. Zegenen wij den Heer. |
℟. Deo gratias. |
℟. Gode zij dank. |
℣. Fidelium animae per misericordiam Dei requiescant in pace. |
℣. Dat de zielen der overleden gelovigen door de barmhartigheid van God rusten in vrede. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
¶ Op de grote feesten van het kerkelijk jaar worden de eerste twee beden (voor de maaltijd die na Benedicite) telkens vervangen door het volgende:
| |
Van Kerstmis tot de vigilie van de verschijning des Heren
Voor de maaltijd:
℣. Verbum caro factum est. |
℣. En het Woord is vlees geworden. |
℟. Et habitavit in nobis. |
℟. En Het heeft onder ons gewoond. |
Na de maaltijd:
℣. Notum fecit Dominus, alleluja. |
℣. De Heer heeft ons doen kennen, alleluja. |
℟. Salutare suum, alleluja. |
℟. Hij heeft ons doen kennen zijn heil, alleluja. |
| |
Op het feest van de verschijning des Heren en gedurende het octaaf
Voor de maaltijd:
℣. Reges Tharsis, et insulae munera offerent, alleluja. |
℣. De koningen van Tharsis en de eilanden bieden geschenken aan, alleluja. |
℟. Reges Arabum et Saba dona adducent, alleluja. |
℟. De koningen van Arabië en Saba brengen hun gaven, alleluja. |
Na de maaltijd:
℣. Omnes de Saba venient, alleluja. |
℣. Allen zullen komen van Saba, alleluja. |
℟. Aurum et thus deferentes, alleluja. |
℟. Goud en wierook brengen zij mede, alleluja. |
| |
| |
| |
Op Witte Donderdag
Voor de maaltijd wordt slechts gezegd:
℣. Christus is voor ons gehoorzaam geworden tot de dood. |
℣. Christus factus est pro nobis oboediens usque ad mortem. |
Onze Vader... (in stilte) |
Pater noster... (secreto) |
De zegen over het voedsel wordt in stilte gegeven.
Na de maaltijd zegt men slechts:
℣. Christus is voor ons gehoorzaam geworden tot de dood. |
℣. Christus factus est pro nobis oboediens usque ad mortem. |
Hierna bidt men in stilte de psalm Miserere (bladz. 107) zonder Gloria Patri.
Onze Vader... (in stilte) |
Pater noster... (secreto) |
Zie neder, vragen wij, Heer, op dit gezin, waarvoor onze Heer Jesus Christus Zich zonder aarzeling heeft overgeleverd aan de handen der boosdoeners en de foltering des kruises ondergaan. |
Respice, quaesumus, Domine, super hanc familiam tuam, pro qua Dominus noster Jesus Christus non dubitavit manibus tradi nocentium et crucis subire tormentum. |
Onze Vader... (in stilte) |
Pater noster... (secreto) |
| |
Op Goede Vrijdag
Alles zoals op Witte Donderdag, maar het vers is als volgt:
℣. Christus is voor ons gehoorzaam geworden tot de dood, tot de dood van het kruis. |
℣. Christus factus est pro nobis oboediens usque ad mortem, mortem autem crucis. |
| |
Op Paaszaterdag
Voor de maaltijd bidt men slechts:
Onze Vader... (in stilte) |
Pater noster... (secreto) |
De zegen over het voedsel wordt in stilte gegeven.
Na de maaltijd bidt men psalm 116, Laudate Dominum, omnes gentes (bladz. 180), zonder Gloria Patri.
Onze Vader... (in stilte) |
Pater noster... (secreto) |
Geef, vragen wij, almachtige God, dat wij, die in vrome verwachting de verrijzenis van uw Zoon verbeiden, de heerlijkheid dezer verrijzenis mogen ver- |
Concede, quaesumus, omnipotens Deus: ut qui Filii tui resurrectionem devota exspectatione praevenimus; ejusdem resurrectionis glo- |
| |
| |
riam consequamur. Per eundem Dominum. |
werven. Door denzelfden Jesus Christus onzen Heer. |
Pater noster... (secreto) |
Onze Vader... (in stilte) |
| |
Van Pasen tot de volgende zaterdag
Zowel voor als na de maaltijd:
℣. Haec dies, quam fecit Dominus, alleluja. |
℣. Dit is de dag, die de Heer gemaakt heeft, alleluja. |
℟. Exsultemus et laetemur in ea, alleluja. |
℟. Laten wij jubelen en ons in hem verblijden, alleluja. |
Na het middagmaal wordt tot aan het feest van Hemelvaart in plaats van de gewone psalm de lofpsalm van het Paasfeest, psalm 117 (bladz. 140), gebeden.
| |
Van de vooravond van Hemelvaartsdag tot de vigilie van Pinksteren
Voor de maaltijd:
℣. Ascendit Deus in jubilatione, alleluja. |
℣. God steeg op onder gejubel, alleluja. |
℟. Et Dominus in voce tubae, alleluja. |
℟. En de Heer onder bazuingeschal, alleluja. |
Na de maaltijd:
℣. Ascendens Christus in altum, alleluja. |
℣. Christus, ten hemel stijgend, alleluja. |
℟. Captivam duxit captivitatem, alleluja. |
℟. Heeft de gevangenschap gevangen meegevoerd, alleluja. |
| |
Van de vigilie van Pinksteren tot de volgende zaterdag
Voor de maaltijd:
℣. Spiritus Domini replevit orbem terrarum, alleluja. |
℣. De Geest des Heren vervult het aardrijk, alleluja. |
℟. Et hoc, quod continet omnia, scientiam habet vocis, alleluja. |
℟. En Hij die alles in stand houdt, draagt kennis van ieder woord, alleluja. |
Na de maaltijd:
℣. Repleti sunt omnes Spiritu Sancto, alleluja. |
℣. Vervuld werden allen van den Heiligen Geest, alleluja. |
℟. Et coeperunt loqui, alleluja. |
℟. En zij begonnen te spreken, alleluja. |
| |
| |
| |
Korte liturgische tafelgebeden
Meestentijds bidt men voor en na de maaltijd de volgende gebeden, welke aan het langere liturgische formulier zijn ontleend.
| |
Voor het ontbijt
CHRISTUS, de Koning der engelen, zegene de spijs van zijn dienaren. |
COLLATIONEM servorum suorum benedicat Christus Rex Angelorum. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
| |
Na het ontbijt
* ALMACHTIGE God, wij danken U voor al uw weldaden; die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. |
* AGIMUS tibi gratias, omnipotens Deus, pro universis beneficiis tuis: Qui vivis et regnas in saecula saeculorum. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
| |
Voor het middagmaal
HEER, zegen ons en deze gaven, die wij van uw mildheid zullen ontvangen. Door Christus onzen Heer. |
BENEDIC, Domine, nos et haec tua dona, quae de tua largitate sumus sumpturi. Per Christum Dominum nostrum. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
℣. Heer, ontferm U over ons. |
℣. Kyrie, eleison. |
℟. Christus, ontferm U over ons. |
℟. Christe, eleison. |
℣. Heer, ontferm U over ons. |
℣. Kyrie, eleison. |
Onze Vader... (in stilte) |
Pater noster... (secreto) |
℣. De Koning van de eeuwige heerlijkheid make ons deelgenoten van het hemels gastmaal. |
℣. Mensae caelestis participes faciat nos Rex aeternae gloriae. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
| |
Na het middagmaal
* ALMACHTIGE God. wij danken U voor al uw weldaden; die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. |
* AGIMUS tibi gratias, omnipotens Deus, pro universis beneficiis tuis: Qui vivis et regnas in saecula saeculorum. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
| |
| |
℣. Kyrie, eleison. |
℣. Heer, ontferm U over ons. |
℟. Christe, eleison. |
℟. Christus, ontferm U over ons. |
℣. Kyrie, eleison. |
℣. Heer, ontferm U over ons. |
Pater noster... (secreto) |
Onze Vader... (in stilte) |
℣. Fidelium animae per misericordiam Dei requiescant in pace. |
℣. Dat de zielen der overleden gelovigen door de barmhartigheid van God rusten in vrede. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
| |
Voor het avondmaal
BENEDIC, Domine, nos et haec tua dona, quae de tua largitate sumus sumpturi. Per Christum Dominum nostrum. |
HEER, zegen ons en deze gaven, die wij van uw mildheid zullen ontvangen. Door Christus onzen Heer. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
|
℣. Kyrie, eleison. |
℣. Heer, ontferm U over ons. |
℟. Christe, eleison. |
℟. Christus, ontferm U over ons. |
℣. Kyrie, eleison. |
℣. Heer, ontferm U over ons |
Pater noster... (secreto) |
Onze Vader... (in stilte) |
|
℣. Ad coenam vitae aeternae perducat nos Rex aeternae gloriae. |
℣. De Koning der eeuwige heerlijkheid geleide ons tot het avondmaal van het eeuwig leven. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
| |
Na het avondmaal
* AGIMUS tibi gratias, omnipotens Deus, pro universis beneficiis tuis: Qui vivis et regnas in saecula saeculorum. |
* ALMACHTIGE God, wij danken U voor al uw weldaden; die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
|
℣. Kyrie, eleison. |
℣. Heer, ontferm U over ons. |
℟. Christe, eleison. |
℟. Christus, ontferm U over ons. |
℣. Kyrie, eleison. |
℣. Heer, ontferm U over ons. |
Pater noster... (secreto) |
Onze Vader... (in stilte) |
|
℣. Fidelium animae per misericordiam Dei requiescant in pace. |
℣. Dat de zielen der overleden gelovigen door de barmhartigheid van God rusten in vrede |
℟. Amen. |
℟. Amen. |
| |
| |
| |
Andere tafelgebeden voor de maaltijd
Wij danken U, onze Vader, voor de heilige verrijzenis, welke Gij ons door Jesus uw Zoon hebt geopenbaard; en zoals het brood op deze tafel eerst was verspreid als korrels graan en daarna is samengevoegd en één geworden, zo moge ook uw Kerk van de uiteinden der aarde verzameld worden in uw koninkrijk; want Uwer is de kracht en de heerlijkheid in de eeuwen der eeuwen. Amen.
| |
Na de maaltijd
Genadig en barmhartig is de Heer; Hij gaf voedsel aan hen die Hem vrezen.
Almachtige God, wiens Naam boven elke Naam verheven is, wij danken en prijzen U, omdat Gij U gewaardigd hebt ons deel te geven aan uw goederen, het voedsel voor ons lichaam. Heer, wij bidden en smeken U, dat Gij ons ook het voedsel des hemels wilt schenken. En geef, dat wij uw ontzagwekkende en hoogverheven Naam eerbiedigen en vrezen, en niet ongehoorzaam zijn aan uw geboden. Prent uwe wet en uw rechtvaardige voorschriften in ons hart, en heilig onze geest, onze ziel en ons lichaam; door uw beminden Zoon Jesus Christus, onzen Heer, met wien U heerlijkheid zij en kracht, eer en aanbidding in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Gezegend zijt Gij, Heer, die mij hebt gevoed van af mijn jeugd en voedsel reikt aan alle vlees. Vervul mijn hart met vreugde en bereidvaardigheid, opdat wij, in het bezit van al wat wij behoeven, rijk zijn in goede werken; in Christus Jesus onzen Heer, met wien U eer zij, heerlijkheid en macht in eeuwigheid. Amen.
Zoals Gij te midden van uw leerlingen zijt verschenen, Heer, en hun uw vrede hebt geschonken, kom ook bij ons en geef ons uw genade.
Voor de maaltijd kan men ook bidden dit oude Franse tafelgebed:
Zegen ons, Heer. Zegen deze maaltijd, deze tafel die uw goedheid ons aanrecht. Zegen hen die deze spijzen hebben bereid, en geef brood aan hen die het niet hebben.
Amen.
|
|