De negentiende eeuw.
Eeuw, die zoo snel vooruitschrijdt, die zoo bont is door afwisseling op allerlei gebied, die zoo rijk is aan verstoorde illusiën, zoo arm aan geestdrift, zoo traag tot waardeering en toch zoo schielijk ontnuchterd. Een eeuw, waarin een jonger, een ander geslacht optreedt; in ziens-, in denkwijze gansch verschillend van de voorgangers, zooals in de huisgezinnen de kleinkinderen het zelden eens zijn met de grootouders.