Kusters, Frans
Nederlands prozaschrijver en columnist (Nijmegen 16.9.1949). Kusters schreef onder het pseudoniem D. van
Egeraat poésie parlante. Hij studeerde rechten aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen, waar hij
wetenschappelijk medewerker werd.
In 1973 debuteerde Kusters met acht prozastukken in de Gelderse Literaire Reeks waarvoor hij de Reina Prinsen
Geerligsprijs kreeg. In 1975 verschenen deze stukken in De reis naar Brabant, zijn officiële debuutbundel die
een overwegend gunstig onthaal vond in de pers, vooral vanwege de sterke stilistische eigenschappen. In 1976
richtte Kusters met Anton Fasel, Nop Maas en Thomas Verbogt het literaire tijdschrift De Schans op en in 1977
was hij mede-initiator van het Literaire Café Nijmegen.
De verhalenbundels van Kusters hebben een sterk ongelijksoortige inhoud, waarin impressies, dromen,
gedachteflitsen, betogen en bespiegelingen in korte verhalen worden vorm gegeven. In zijn vierde bundel, Het
milde systeem (1984), blijft het fragmentarische gehandhaafd, maar is meer onderlinge samenhang aangebracht
tussen de zeven verhalen. In Atlas en andere verhalen (1989) en Een schijn van oneindigheid (1993) wordt die
samenhang versterkt.
Het proza van Kusters krijgt veelal groteske trekken doordat zijn personages antihelden zijn die zich in hun
toekomstverwachtingen gesteld zien tegenover triviale toevalligheden die hun ambities dwarsbomen met een
Kafka-achtig effect.
Kusters stelde uit zijn eerder gepubliceerde verhalen de bloemlezing Afscheid in Hoek van Holland (1991)
samen. De columns die hij schreef voor Kuzien, Ex Libris en KUnieuws bundelde hij in 's Avonds op het
Galgenveld (1997). De roman Na het wonder (2001) vertoont alle trekken van de eerdere verhalen en wordt door
critici beschouwd als een constructie van afzonderlijke verhalen.
Kusters ontving voor zijn eerste drie verhalenbundels de Karel de Grote-aanmoedigingsprijs van de gemeente
Nijmegen.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; G.F.H. Raat, 'Frans Kusters', in: M. Janssen
Reinen en M. van Kempen. Helias Achterna (1984), p. 165-167; W. de Moor, 'De verloren liefde. Frans
Kusters', in: Deze kant op (1986), p. 321-331; W. de Moor, 'Frans Kusters.' Het wat is voor mij belangrijker dan
het waar'', in: Dit is de plek. De betekenis van plaats en emotie in het werk van schrijvers en schilders (1992), p.
126-135; J. Gerits, 'Nijmeegse saudade', in: Streven 69 (2002) 9, p. 856-858.
G.J. van Bork
[Nieuw, maart 2007]