Droogenbroeck, Jan van
Joannes Amandus van Droogenbroeck, Vlaams dichter en prozaschrijver
(St.-Amands 17.1.1835 - Schaarbeek 27.5.1902). Onderwijzer,
muziekleraar en rijksambtenaar. Leerling van Van Beers en volgeling van
Dautzenberg. In 1866 gaf hij onder de schuilnaam Jan Ferguut
Makamen en Ghazelen uit (de makame is een berijmd prozagesprek met versjes
doorweven en de ghazele een Perzische versvorm, vooral aan wijn en liefde gewijd). De
bundel Spreuken en Sproken (1891) bevat oosterse wijsheid en beeldrijke
verhalen. Intussen had hij cantateteksten geschreven, o.a. Torquato Tasso's dood
(1873), Camõens (1879) en De morgen (1887), die werden bekroond.
Droogenbroecks gedichten zijn vooral poëticaal-technisch gericht. Over poëtica publiceerde
hij Over de toepassing van het Grieksch en Latijnsch metrum op de Nederlandsche
poëzij (1886). Voorts vervaardigde hij een Algemeen Nederlandsch
rijmwoordenboek (1883). Zijn onder eigen naam verschenen kindergedichten in
Dit zijn zonnestralen (1873) waren zeer populair en werden vele malen herdrukt.
Literatuur: WP-lexicon; S. Daems. J.A. van Droogenbroeck (Jan Ferguut) (1887); J.
Muyldermans, ‘Levensschets van Jan van Droogenbroeck’, in: Jaarboek der Kon. Vl.
Acad. 22 (1908); M. van den Bossche, ‘Bibliografie van en over J.A. van Droogenbroeck,
alias Jan Ferguut’, in: Heemkundig Jaarboek Klein-Brabant (1971), p. 43-64; J. Wittebols,
‘Over dichter Jan van Droogenbroeck en mijn oude bloemlezingen’, in: Tijdingen
Beatrijsgezelschap 14 (1978-1979) 4, p. 20-29.
J. Vercammen en G.J. van Bork
[ingrijpend gewijzigd, februari 2003]