Cneudt, Richard de
Vlaams schrijver (Gent 24.9.1877 - Gent 29.1.1959). Was tijdens WO I directeur bij het Vlaamse Ministerie van Onderwijs. Moest als Vlaams activist in
1918 uitwijken naar Duitsland en vervolgens naar Nederland waar hij als leraar Frans van 1919 tot
1937 in Rotterdam werkzaam was. In 1939 kon hij naar Gent terugkeren.
De Cneudt schreef aanvankelijk weemoedige natuurpoëzie in de trant van de Tachtigers, later ook
poëzie met een meer sociale inslag. Zijn vroege poëzie werd gebundeld in Gevoel en
phantazie (1895), Van dichterleven (1898) en Wijding (1902).
Daarnaast schreef hij proza, zoals De primus (1908), en toneel, Een
offer (1901). In 1905 verscheen zijn autobiografische roman Geluk. Nog in
1952 verscheen opnieuw poëzie van hem in Liederen van bezinning.
Literatuur: NBW; Oosthoek; WP-lexicon; J. Eeckhout, ‘Richard de Cneudt’, in:
Literaire schetsen (1940), p. 42-62; R. de Muynck, ‘Richard de Cneudt, de vergetene’, in:
Westland 1 (1942-1943) 8, p. 716-724.
G.J. van Bork
[nieuw, november 2002]