Brusselmans, Herman
Herman Frans Martha Brusselmans, Vlaams proza- en toneelschrijver
(Hamme 9.10.1957). Studeerde (na een korte voetbalcarrière) Germaanse filologie,
werd bibliothecaris en leeft vanaf 1987 van zijn pen.
In 1982 verscheen zijn eerste proza in de verhalenbundel Het zinneloze zeilen, in
1984 gevolgd door de roman Prachtige ogen. Voordien schreef hij al voor bladen als
Yang, Heibel, Propria Cures en Optima. In De Morgen publiceert hij regelmatig onder de titel
‘De Geschiedenis van de Wereldliteratuur’ zijn eigenzinnige columns over eigen werk en dat
van anderen, waarin hij zich vaak provocerend presenteert als de beste schrijver van zijn generatie.
Veel van wat Brusselmans schrijft is sterk autobiografisch, zoals het Dagboek van een
vermoeide egoïst (1989). Thema's die bij Brusselmans veelvuldig optreden in zijn romans en
verhalen zijn de verveling en de zinloosheid, mede veroorzaakt door het geestdodende werk dat zijn
personages verrichten. In Heden ben ik nuchter (1986) bijvoorbeeld is zijn
hoofdpersoon Eduard Kronenburg een personage dat vanwege het door hem als zinloos ervaren
werk de hele dag door drinkt en met vrouwen flirt, terwijl zijn grote liefde onbereikbaar is en
misschien wel alleen maar in zijn fantasie bestaat. Opvallend is dat dit personage uiteindelijk
samenvalt met zijn beschrijver Herman Brusselmans, die als schrijver in zijn eigen roman optreedt.
Brusselmans herschreef zijn novelle De man die werk vond (1985) voor toneel en
samen met Tom Lanoye schreef hij voorts het toneelstuk De Canadese
muur (1989).
Twee schrijvers hebben Brusselmans sterk beïnvloed: J.D. Salinger en Gerard
Reve. Met name die laatste auteur beïnvloedde niet alleen zijn stijl, maar ook zijn opvatting
dat er in een roman geen zinloze feiten of mededelingen mogen voorkomen en de voorwaarde dat
de auteur ‘geleefd en geleden’ moet hebben.
Hoewel de kritiek op Brusselmans' werk aanvankelijk sterk verdeeld was, men hem soms van
‘geleuter’ beschuldigde en zijn werk als ‘superkitsch’ afdeed, is men hem vanaf De
man die werk vond steeds meer serieus gaan nemen als auteur. Brusselmans heeft daar als geen
ander aan bijgedragen door zijn eigen verdediging ter hand te nemen in zijn columns voor De
Morgen.
Literatuur: Kritisch lexicon; Oosthoek; M.L. Meyer, ‘Herman Brusselmans. Er is geen nieuwe generatie Vlaamse schrijvers’, interview in: Elke dag schrijf ik het boek (1987), p. 3-19; R. Bosma, ‘Herman Brusselmans: iedere vlucht is vieren dat je weg bent’,
interview in: Begane grond 6 (1992) 4, p. 18-29; N. Nooijen, ‘De mensheid is te dom, te dom
om te functioneren’, interview in: Letterlik 7 (1992/1993) 4, p. 4-13; P. Klaassen, ‘De
literaire kritiek van twee ‘Angry Young Belgen’’, in: Letterlik 8 (1993/1994) 5, p. 10-25.
G.J. van Bork
[nieuw, februari 2002]