Bontridder, Albert
Vlaams dichter en essayist (Anderlecht 4.4.1921). Als architect ontwierp hij de
woningen van Louis Paul Boon en Marcel Wauters en ook zijn
eigen huis. In 1952 stichtte hij het tijdschrift Architecture. In 1960 werd hem de Van de Venprijs
voor bouwkunde toegekend. Als dichter én als architect verzet Bontridder zich
tegen de massificatie en uniformering in de moderne maatschappij. Dat thema beheerst de bundel
Huizen vieren haat (1979), maar ook de essays en studies die de auteur aan een
leefbare architectuur, een spel tussen licht en stilte, wijdde. Typerend voor zijn humanitair
engagement is ook zijn voorzitterschap sinds 1974 van het Vlaamse PEN-centrum.
Bontridder publiceerde eerst poëzie in het Frans onder invloed van Éluard. Maar vooral Jan
Walravens heeft hem sterk beïnvloed. Bontridder behoorde tot de groep Tijd en Mens
(1949-1955), waarvan hij van 1950 tot 1952 redacteur was. Van 1966 tot 1977 was hij redacteur
van Kentering. De levensopvatting die in zijn incantatorische en ideeënrijke poëzie steeds
terugkeert, is verwant aan die van Georges Bataille. Het individueel bewustzijn is een breuk in de
continuïteit van het bestaan. Alleen de dood schenkt ons terug aan de verloren gegane continuïteit,
maar ook de erotiek en de poëzie kunnen een brug slaan naar wat ieder van ons verloren heeft. Veel
van Bontridders werk heeft een cyclisch karakter: de thema's worden uitgewerkt in een reeks
samenhangende (vaak genummerde) gedichten. Die thematiek wordt dan opgehangen aan een
gewelddadige gebeurtenis (moord, verkrachting, executie) die werkelijk heeft plaats gevonden. Die
voorvallen worden vervolgens in de gedichten uitgewerkt als exemplarische voorbeelden van de
botsing tussen individu en maatschappij en vooral van het eenzame individu tegenover het collectief.
Bontridder kreeg o.m. de Dirk Martensprijs in 1970 voor de bundel Ook de nacht is een zon
(1969) en de Jan Campertprijs in 1972 voor de bundel Zelfverbranding (1971).
Literatuur: Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; B. Kooijman, ‘‘Bagatelle -
Hangende vis’ van Albert Bontridder. Een poging tot analyse’, in: Spiegel der Letteren 13
(1970) 1, p. 10-32; H. Leus, ‘In gesprek met Albert Bontridder’, in: Kritisch Akkoord 1974
(1974), p. 96-112; W.M. Roggeman. Albert Bontridder (1976); B. Kooijman. De wereld van
een tekst. Dood hout van Albert Bontridder (diss., 1991).
H. Bousset en G.J. van Bork
[ingrijpend gewijzigd, februari 2002]