Bogaers, Adrianus
Noord-Nederlands dichter (Den Haag 6.1.1795 - Spa 11.8.1870). Studeerde te
Leiden, werd advocaat en later rechter te Rotterdam, waar hij lange tijd
middelpunt van het letterkundig leven was. Publiceerde als historiserend en huiselijk dichter in de
trant van Tollens o.a. De togt van Heemskerk naar Gibraltar
(1837, 18904) en Balladen en romancen (1846).
Van belang is het door hem samengestelde Woordenboek op de dichtwerken van W.
Bilderdijk, in 1878 uitgegeven door W.G. Brill. Hij genoot voorts
bekendheid vanwege zijn Verhandeling over het wezen der uiterlijke
welsprekendheid (1840), die in een tijd waarin bij tal van gelegenheden werd voorgedragen
of gesproken in het openbaar op grote belangstelling kon rekenen.
Literatuur: Oosthoek; WP-lexicon; F.A. Snellaert, levensbericht, in: Jaarb. Mij der
Nederl. Letterk. (1872); J.G. Gleichman. Het leven van Mr. Adrianus Bogaers (1875); W.F.
Hermans, in: Boze brieven van Bijkaart (1977), p. 271-273, 285-288.
G. Stuiveling en D. Welsink
[aangevuld, februari 2002]