De Nederlandse en Vlaamse auteurs

Zeggelen, W.J. van

Eig. Wilhelmus Josephus, volgens geboorteakte van Seggellen. Nederlands dichter ('s-Gravenhage 15.9.1811-ald. 15.2.1879). Was aanvankelijk rooms-katholiek; huwde in 1840 Glaudianna Jacoba Maria Giunta d'Albani, dochter van zijn werkgever, de Haagse boekdrukkersfirma Gebr. Giunta d'Albani, waarvan hij deelgenoot werd; hertrouwde na haar overlijden (1845) in 1848 met Maria Loosjes, dochter van de Haarlemse boekhandelaar en letterkundige Vincent Loosjes (1786-1841) en werd toen Ned.-Hervormd; trouwde na de dood

[p. 666]

van zijn tweede vrouw (1865) in 1867 met Constance Henriette Mastenbroek, uit welk huwelijk de romanschrijfster Marie C. van Zeggelen werd geboren.

Hij was populair als auteur van humoristische verhalende gedichten, die soms talloze drukken beleefden (Pieter Spa's reize naar Londen, 1838). Met S.J. van den Bergh en W.P. van Stockum richtte hij het genootschap `Oefening kweekt kennis' op (1834), waarin hij als spreker en voordrager van eigen werk (Sermoenen van Pater Brom) werd gevierd. Zijn luimige volkspoëzie haalt echter niet het niveau van de door hem zo bewonderde Tollens.

Werken:

Uitstapje van Pieter Spa naar Amsterdam (1841); Lach en luim (1846); Gedichten, 8 dln. (1859-1862).

Uitgave:

Dichtwerken (1902⁹).

Literatuur:

A. Ising, `W.J.v.Z.', in Levensberichten Mij Nederl. Letterk. (1879); Cd. Busken Huet, `W.J.v.Z.-S.J. van den Bergh', in Litt. fant. en krit., dl. 7 (z.j.); J. ten Brink, in Litt. schetsen en kritieken, dl. 16 (1884); A. Korteweg, `Goeverneur en V.Z.: twee collega-humoristen', in Bzzlletin, 7 (1978-1979).

[W. Gobbers en D. Welsink]