Wieringa, Nicolaas Jarichides
Noordnederlands dichter en vertaler (Franeker?
vóór 1644-Harlingen na 1699). Van deze subconrector van de
Latijnse school te Harlingen zijn slechts enkele originele lofdichten bekend
onder de spreuk `Rien parfaict'. Zijn verdiensten liggen - evenals die van een
aantal andere 17de-eeuwse vertalers als Lambert van den Bos, J.H. Glazemaker,
Simon de Vries en Mattheus Smallegange - vooral op het terrein van het
vertalen. Zo vertaalde hij de citaten uit de buitenlandse letterkunde in Joan
de Brune de Jonge's Alle volgeestige werken (1665). Uit het Italiaans
vertaalde hij Boccalini's Kundschappen van Parnas (1670-1673), Santa
Croce's Secretarie of schryf-zaal van Apollo (1697) en Leti's Het
leven van Filips de II (1699). In 1682 verschenen onder het pseudoniem
Claudio Gallitalo Alle de geestige werken uit het Frans van Rabelais. De
Latijnse sleutelroman van John Barclai, Satyrikon of heekel-schrift
(1683), werd door Wieringa in het Nederlands gebracht.