Veer, Hendrik de
Nederlands prozaschrijver (Sommelsdijk 23.11.1829-Rhenen
11.12.1890). Studeerde theologie te Utrecht; werd aanhanger van het vrijzinnig
modernisme; was een aantal jaren predikant, het laatst te Delft. In 1864, kort
na de invoering van de middelbaar-onderwijswet, werd hij benoemd tot directeur
aan de nieuwe hbs aldaar. In 1871 volgde hij Simon Gorter op als hoofdredacteur
van Het Nieuws van den Dag. Tevens beoefende hij, na enkele minder
geslaagde romanproeven (ten dele premieromans en feuilletons voor zijn krant),
met succes het gematigd realistische proza.
Naast zijn gewone bezigheden redigeerde hij het
tijdschrift Los en Vast. Hierin publiceerde hij de nogal idyllische
familieverhalen die in de boekuitgave Trou-ringh voor 't jonge Holland
(1868) versch. herdrukken zou beleven. In 1875 stichtte hij het tijdschrift
Eigen Haard. Van zijn vele romans, schetsen en verhalen hadden vooral de
herinneringen Toen... en nu (1877) en de Kerstvertellingen (1878)
succes. Voor de serie Mannen van beteekenis verzorgde hij in 1888 een
bijdrage over Multatuli, die hij niet goed gezind was.