Smit, Gabriël Wijnand
Nederlands dichter en essayist (Utrecht 25.2.1910-Laren,
N.H., 23.5.1981). Werkte van 1933 tot 1939 als journalist bij de Gooi- en
Eemlander; daarna, tot 1950, bij het Utrechtsch Dagblad als literair
criticus, evenals bij De Linie. Vanaf 1950 verzorgde hij de kunstrubriek
van de Volkskrant. Was medeoprichter van het maandblad Ad
interim, dat later opging in De Gids. In 1934 trad hij toe tot de
rooms-katholieke kerk. Werd in 1955 ridder in de orde van Gregorius de Grote in
verband met zijn psalmberijming (Psalmen, 1952). Ontving in 1962 de
cultuurprijs van Hilversum en in 1970 de Marianne Philipsprijs.
Smits poëzie vertoont een zekere `gemakkelijkheid'
van versificatie, vooral van het rijm, waardoor men zich echter niet moet laten
misleiden. Men mag in zijn gevoeligheid voor de esthetische werking van klanken
en ritmen - evenals die van kleuren en lijnen - een factor zien die zijn
overgang naar de rooms-katholieke kerk mede bepaalde, belangrijker was toch
zijn zoeken naar een het hele leven omsluitende visie. De als pijnlijk ervaren
scheiding tussen het aardse en het hemelse zou daarin een polariteit zijn die
aan het bestaan hier en nu zin verleent. In zijn latere poëzie werd deze
problematiek steeds duidelijker. De bundel Ternauwernood (1951) laat een
vereenvoudiging van de vorm zien als een poging door distantiëring van het
zinnelijke (= esthetische) element de ontwikkeling van de geest te bevorderen.
Dat een dergelijke vergeestelijking een bedreiging van het dichterschap is,
heeft Smit wellicht bij Van Eyck geleerd. Met deze dichter verbindt hem ook het
streven naar een zeer persoonlijke toon in een mystiek getinte poëzie,
waarvan het hoogtepunt Utrechts drieluik (1976) is.
Behalve de vrees voor overijling behoedde hem een sterk
maatschappelijk engagement. Dit alles voerde hem tot een `wending' naar de
aardse situatie; een georganiseerde geloofsgemeenschap als de rooms-katholieke
kerk kon hem niet meer leiden op deze weg; vandaar zijn uittreding in 1969.
Op mijn woord (1968) getuigt van een houding die haar grondslag vindt op
en in deze wereld.