Sleeckx, Domien
Eig. Dominicus Jan Lambrecht, Vlaams (toneel)schrijver
(Antwerpen 2.2.1818-Luik 13.10.1901). Eerst notarisklerk en journalist, vanaf
1861 leraar Nederlands te Lier; later hoofdinspecteur lager onderwijs.
Na zijn romantische Kronyken der Straten van
Antwerpen (3 dln., 1843) keerde hij zich tegen de idealiserende strekking
van Conscience en werd overtuigd voorstander van een bezadigd realisme, dat hij
ook theoretisch (vgl. Over het realismus in de letterkunde, 1862)
bepleitte. In zijn romans en toneelstukken schilderde hij in een vrij kleurloze
stijl de bekrompen zelfzucht van boeren en burgers of, iets levendiger van
taal, de wederwaardigheden van schippers en zeevaarders. Genoemd kunnen worden
o.a. de romans Tybaerts en Cie (1867), De plannen van Peerjan
(1868) en het toneelstuk De vissers van Blankenberg (1870).
Zijn beste werk bestaat uit dierenverhalen, zoals
Arabella Knox (1855), waarin hij de Engelse humor in Vlaanderen heeft
ingevoerd en die door hun levendige voorstelling leesbaar zijn gebleven. Samen
met J.F. Vandevelde stelde hij woordenboeken samen.