Robinson, Tjalie
Ps. van Jan Johannes Theodorus Boon, Nederlands
prozaschrijver (Nijmegen 10.1.1911-'s-Gravenhage 22.4.1974). Hij was een
Indo-Europeaan en bracht een groot deel van zijn leven door in
Nederlands-Indië, o.a. als journalist in Djakarta. Een deel van zijn
literaire werk verscheen aanvankelijk in het literairculturele tijdschrift
Oriëntatie en het dagblad De Nieuwsgier. Zeer bekend werden
zijn Piekerans van een straatslijper (volledige uitg. in 1965), schetsen
die teruggaan naar zijn jeugd in Djakarta. Behalve geestig zijn zij vervuld van
weemoed om de `oude dingen die voorbij zijn'. Zijn bijzonder verteltalent
blijkt ook uit zijn eveneens sterk autobiografische novellen die, geschreven
onder het ps. Vincent Mahieu, werden gebundeld in Tjies (1960) en
Tjoek (1961) en die zich afspelen in het milieu van de kleine Indo's. De
genoemde titels (beide een soort geweer aanduidend) zijn ontleend aan de jacht,
van zo esentieel belang binnen de Indo-cultuur. Die Indo-cultuur uit zich ook
in het taalgebruik: zowel de `Piekerans' als de novellen zijn geschreven in een
Nederlands vermengd met petjo (een soort Indisch-Nederlands) en Djakartaans
dialect.
Na zijn terugkeer in Nederland (1955) richtte hij een
blad op voor Indische Nederlanders, Tong Tong, waarvan hij zelf de
redactie voerde. Voorts was hij oprichter van de Indische Culturele Kring en de
boekhandel-uitgeverij Moesson in Den Haag, die veel Indonesische bellettrie
uitgaf.